Wou(d)en/wilden
? Is ‘Wij wouen zo graag een ijsje’ juist? Of mag je alleen wilden gebruiken?
! Het meervoud wouen wordt eigenlijk alleen gebruikt in de informele spreektaal, zoals in de voorbeeldzin. Fout is wou(d)en zeker niet: in het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT, deel XXVI, 1993) staat dat wou(de) al in het Middelnederlands werd aangetroffen; woude is afgeleid van wolde.
Het enkelvoud wou komt vaker voor dan het meervoud wou(d)en; het is ook minder informeel. Van Dale (1999) geeft bij willen de vervoegingen wilde/wou, heeft gewild, wilden. Wouwen wordt door Van Dale ‘volkstaal’ genoemd en wouden ‘Belgisch-Nederlandse spreektaal’. Wouden komt echter ook in Nederland wel voor; velen klinkt wou(w)en toch wat al te informeel in de oren. Het Groene Boekje vermeldt wilde/wou, wilden/ wouden, evenals het woordenboek van Prisma (1997). De Algemene Nederlandse Spraakkunst (1997) geeft wilde/wou, wilden/wouen; wouen krijgt het label ‘informeel’. De vorm wouden vermeldt de ANS vreemd genoeg niet.
In informele schrijf- en spreektaal kunt u wouden en ook wou(w)en wel gebruiken; voor formele taal is alleen wilden geschikt.