De euromunten
Jan van der Pol - Eindhoven
Wat gaat de invoering van de euro op 1 januari 1999 voor het Nederlands betekenen? Eén ding staat vast: het woord kwartje zal verdwijnen, simpelweg omdat er geen munt van een kwart euro zal zijn. Ook gulden is geen lang leven meer beschoren; in het officiële taalgebruik wordt dat woord natuurlijk vervangen door euro. In de gewone omgangstaal zal gulden misschien nog tientallen jaren meegaan. Het is zelfs niet ondenkbaar dat sommigen de euro straks ‘de nieuwe gulden’ noemen.
Het is zaak alvast eens na te denken over benamingen voor de nieuwe euromunten. Nederlandse benamingen, wel te verstaan. Ik heb een aantal voorstellen:
0,01 |
de (euro)cent |
0,02 |
de twent |
0,05 |
de (euro)stuiver |
0,10 |
het (euro)dubbeltje |
0,20 |
de vierstuiver |
0,50 |
het halfje |
1,00 |
de euro (of: europiek) |
2,00 |
de tweuro |
Ik ga ervan uit dat de munten van vijf en tien eurocent gewoon ‘stuiver’ en ‘dubbeltje’ zullen blijven heten. De echte nieuwkomers in onze portemonnee zijn in bovenstaand overzichtje vetgedrukt. Dat zijn twent, vierstuiver, halfje en tweuro; kwintje zou een alternatieve naam voor de munt van 0,20 euro kunnen zijn.
Wie meent dat ik de Tukkers een voorkeursbehandeling geef door de munt van 0,02 euro ‘twent’ te noemen, moet beseffen dat na een paar jaar niemand bij dat woord nog denkt aan een bewoner van Twente. Bij de piek denkt toch ook geen mens aan kerstboomversiering?