Onze Taal. Jaargang 68
(1999)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 304]
| |
Dwinger [1]
| |
Dwinger [2]
| |
Dwinger [3]
| |
Naschrift Riemer ReinsmaDe heer Van Friesland heeft in zoverre gelijk dat dwinger een Fries woord is voor ‘vuilnisbelt’. Toch lijkt het waarschijnlijker dat de Stavorense dwinger een bastion of een soortgelijke versterking was. De historische gegevens wijzen daarop (zie ook de brief van de heer Vinke). In die vuilstortplaats geloof ik dan ook pas als de heer Van Friesland historische gegevens weet aan te dragen. De straatnaam Dwinger komt inderdaad ook voor in Emmen, maar het betreft hier een nieuwbouwwijk. Een bastion heeft daar nooit gelegen. Foto: Anke Werker
| |
Amigo/vrunt
| |
DigiTaalbaak
| |
[pagina 305]
| |
staat ook allemaal in de ‘Wegwijzer’ (de handleiding op cd-rom), die in de nieuwe DigiTaalbaak gelukkig een veel minder centrale rol speelt. De DigiTaalbaak is voor particulieren inderdaad niet goedkoop (f 350,-), evenmin als veel andere software die voor bedrijven of instellingen is bedoeld. Daar staat tegenover dat de DigiTaalbaak met duizenden adviezen over taalkwesties, stijl en teksten bij mijn weten momenteel verreweg het omvangrijkste taaladviesnaslagwerk voor het Nederlands is. Dat Uljee de verhouding ‘prijs/hoeveelheid adviezen’ van de DigiTaalbaak louter op grond van een vergelijking met de gratis Onze Taal-site als ‘slecht’ kwalificeert, is me dan ook wat al te kort door de bocht. Als we appels met peren gaan vergelijken, dan komt de telefonische taalhulp van Onze Taal en de Taallijn ongetwijfeld als beste uit de bus: bellers krijgen daar meteen ‘op maat’ antwoord op hun taalvragen. Gratis en voor niks. Daar kan geen cd-rom, boek of internetsite tegenop. | |
Naschrift Marcel UljeeHet lijkt erop dat Yvonne Halink mijn bespreking van de DigiTaalbaak negatiever heeft opgevat dan nodig is. Zo heeft ze over het hoofd gezien dat ik wel degelijk heb vermeld dat de DigiTaalbaak een trefwoordenregister bevat. Bovendien suggereert ze dat ik moeite had om het antwoord op mijn taalvraag te vinden (‘reizigers wordt/worden verzocht’), terwijl het eerste zoekresultaat van de DigiTaalbaak meteen raak was. Dat Halink die twee punten noemt is jammer, want ik had liever gezien dat ze iets anders had onthouden uit mijn bespreking. Ik hoopte duidelijk gemaakt te hebben dat de DigiTaalbaak een stuk toegankelijker zou worden door alle adviezen in rubrieken onder te verdelen. Een dergelijke indeling (vergelijkbaar met een inhoudsopgave in een boek) zorgt ervoor dat de informatie in de DigiTaalbaak een stuk overzichtelijker wordt. Ik ben ervan overtuigd dat een taaladviesprogramma zou kunnen concurreren met de twee telefonische taalhulpdiensten. Maar dat moet dan wel een programma zijn met bijvoorbeeld het installatiegemak van de Taaladviesbank, de achtergrondinformatie van de DigiTaalbaak en de rubrieksindeling van de Onze Taal-weblocatie. Als ik inderdaad appels met peren heb vergeleken, zou ik Halink willen meegeven: ook appels en peren kunnen van elkaar leren. Halink vindt dat ik de verhouding ‘prijs/hoeveelheid adviezen’ niet had mogen kwalificeren als ‘slecht’ omdat de DigiTaalbaak ‘het omvangrijkste taaladviesnaslagwerk voor het Nederlands’ vormt Dat laatste is lastig te beoordelen. Als we het aantal regels als uitgangspunt nemen, doet bijvoorbeeld de papieren Schrijfwijzer niet veel onder voor de DigiTaalbaak. Tot slot: een nieuwe gebruikersinterface op basis van internetconventies klinkt veelbelovend. | |
Zoeken in elektronische taaladviezen
| |
Naschrift redactieInderdaad is het zo dat men met de juiste software op de eigen pc opgeslagen taaladviezen kan doorzoeken, en de nieuwste Macintoshes beschikken standaard over zulke software. Dit is overigens geen unieke ‘eigenschap’: het blijkt dat er ook voor Windows-pc's zoekprogramma's als ‘Sherlock’ verkrijgbaar zijn. | |
Mobilhome
| |
Vallei
|
|