Teleurstellend?
Daarmee is de zaak rond. Zo hoort bij een werkwoord of een bijvoeglijk element (een bijvoeglijk naamwoord of 'n). Zulk hoort bij een zelfstandig naamwoord. De keuze tussen ‘zo'n lekker weer’ of ‘zulk lekker weer’ houdt dus maar een heel klein en subtiel betekenisverschil in. Zegje ‘zo'n lekker weer’, dan haal je een gráád naar voren: de graad van ‘lekkerweerheid’, die je vergelijkt met iets watje gesprekspartner zich moet kunnen voorstellen. Zeg je daarentegen ‘zulk lekker weer’, dan doe je een beroep op een gezamenlijk bekend weertype (‘je weet wel’), zonder speciale nadruk op de graad. Beide vormen zijn heel goed voorstelbaar en verschillen nauwelijks in betekenis - zeker niet in dit geval.
Bij een enkelvoud kun je in principe altijd kiezen tussen zo'n en zulke, maar er zijn wel degelijk gevallen te verzinnen waar zo'n beter is. In een zin als ‘Daar heb ik niet zo'n moeite mee’ is zo'n de enige mogelijkheid, omdat hier blijkbaar een graadaanduiding vereist is.
Ongetwijfeld zullen er op dit punt lezers zijn die aan de analyse een onbevredigd gevoel overhouden. Het stelt hen teleur dat de uitkomst van een speurtocht naar een duidelijk taaladvies weinig meer dan ‘kan allebei’ is. Toch hebben we hier en daar verrassende doorkijkjes in een uithoek van onze taal ontdekt. We hebben vastgesteld hoe subtiel en zorgvuldig ook de slordigste taalgebruiker met de kleine woordjes omgaat. Wat op het eerste gezicht vaag en onduidelijk leek, blijkt verrassend precies. De winst zit dus niet zozeer in het resultaat van onze grammatische oefening, maar in de speurtocht zélf.