Tamtam
Redactie Onze Taal
Taalberichten
Vrijmerk ‘niet-ontvankelijk’ in merknamenzaak tegen KPN
Een paar jaar geleden heeft KPN woorden als wisselgesprek, telegram, gelukstelegram, het net, verjaardagspost, streekpost en cadeaucatalogus gedeponeerd als merknaam. Dat betekent dat andere bedrijven ze niet voor commerciële doeleinden mogen gebruiken. Kan dat zomaar? Nee, vindt de Stichting Vrijmerk, het gaat om alledaagse woorden, die tot het ‘publieke domein’ behoren, en die daarom door iedereen - dus ook door concurrerende bedrijven - vrijelijk moeten kunnen worden gebruikt. De stichting besloot de rechter om een oordeel te vragen en spande eind 1997 een rechtszaak aan tegen KPN. Eind juli kwam de uitspraak: de Stichting Vrijmerk is geen ‘belanghebbende in het bedrijfsleven’ en werd daarom ‘niet-ontvankelijk’ verklaard.
Micha Kat van de Stichting Vrijmerk is ‘verbijsterd’ over dit vonnis. ‘Tijdens de rechtszaak hebben we uitvoerig uiteengezet dat het hier om het algemeen belang gaat,’ zegt Kat, ‘maar de rechter is daar volkomen aan voorbijgegaan door te stellen dat alleen bedrijven zulke zaken mogen aanspannen.’
KPN is juist erg ingenomen met de beslissing; die is ‘belangrijk voor het merkenrecht in Nederland omdat hiermee is komen vast te staan dat alleen belanghebbenden zich partij kunnen stellen’, aldus het KPN-persbericht. Verder vraagt het bedrijf zich af namens wie de Stichting Vrijmerk nu eigenlijk optrad: ‘KPN houdt - bij gebrek aan openheid daarover door de stichting - rekening met de mogelijkheid dat de rechtszaak van Vrijmerk is gefinancierd door concurrenten van KPN.’
Micha Kat reageert hier gelaten op: ‘Zo'n verdachtmaking is te gek voor woorden. Kennelijk kunnen KPN en de rechter het zich niet voorstellen dat iemand opkomt voor het algemeen belang. En wat erger is: door dit vonnis kunnen alleen bedrí'jven dat algemeen belang verdedigen. Maar ik zie bijvoorbeeld Libertel geen ellenlange processen voeren om het woord wisselgesprek in advertenties te mogen gebruiken. Zo'n bedrijf kiest eieren voor zijn geld en zoekt een ander woord - ziehier hoe de taalmonopolisering in de praktijk werkt. Over die taalmonopolisering zelf heeft de rechter trouwens en dat vind ik het allertriestst - met geen woord gerept. Hij is met een grote boog heen gelopen om de vraag waar het uiteindelijk om ging: mogen bedrijven alledaagse woorden deponeren, en daardoor de taal monopoliseren? Daarom zie ik wel mogelijkheden voor een hoger beroep, maar anders dan KPN suggereert, beschikken wij nauwelijks over geld daarvoor.’
Bronnen: vonnis arrondissementsrechtbank Groningen; persbericht KPN