Neologismen in Vlaanderen [5]
In Vlaanderen ontstaan geregeld nieuwe woorden die halt houden bij de noordelijke rijksgrens. Lexicograaf Herman J. Claeys doet een greep uit de meest in het oog springende Vlaamse nieuwvormingen.
Herman J. Claeys - lexicograaf, Brussel
Wet, decreet, ordonnantie In België kan zowel het federale parlement als de Vlaamse (resp. Waalse) Raad wetten voorstellen en goedkeuren, maar om verwarring te vermijden worden die van de Raden ‘decreten’ genoemd. In tegenstelling tot andere federale landen hebben de Belgische federale ‘wetten’ geen voorrang op de decreten van de deelstaten. Ze zijn gelijkwaardig. Door deze politieke veranderingen is het Nederlands in België verrijkt met enkele samenstellingen en een afleiding: de gemeenschappen zijn ‘decreetgevende’ machten; de uitvoerende macht dient zich te onderwerpen aan de vigerende ‘decreetgeving’; in Vlaanderen zijn bijvoorbeeld welzijn en gezondheidszorg ‘decretaal’ geregeld, dat wil zeggen: bij decreet.
In de nieuwe staatsstructuur vormt het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad een speciaal gewest. Het bestaat uit negentien gemeenten en heet officieel Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De inwoners worden vertegenwoordigd door de Brusselse hoofdstedelijke Raad, die eveneens wetgevende bevoegdheid heeft. Maar haar wetten heten ‘ordonnanties’. Dit al langer bestaande woord, dat ‘verordening, bevel, voorschrift’ betekent, krijgt er aldus een nieuwe betekenis bij, namelijk die van ‘wet’. Aan afleidingen ervan hebben de ambtenaren zich bij mijn weten nog niet gewaagd.