Etymofilie
Elstar
Ewoud Sanders
Er zijn veel woorden die teruggaan op een persoon. Er zijn ook veel woorden die zijn afgeleid van een plaatsnaam. Maar er zijn maar heel weinig woorden waarin een plaatsnaam en een persoonsnaam samenkomen. Een Engels voorbeeld is sten. Dit machinepistool werd in 1941 ontwikkeld door kolonel R.V. Shepherd en majoor H.J. Turpin. Het wapen werd in productie genomen door de Royal Small Arms Factory in Enfield, een stadje onder de rook van Londen. Men nam de S van Shepherd, de T van Turpin en de eerste twee letters van Enfield en voilà, het wapen had een naam.
Een van de weinige Nederlandse voorbeelden is Elstar. In het eerste deel van dit woord zit de plaatsnaam Elst (op de Betuwe). Men plakte hier de letters ar aan vast als eerbetoon aan Arie Schaap.
Wie was Arie Schaap? Schaap (1920-1968) was onderzoeksassistent bij het Instituut Veredeling Tuinbouwgewassen in Wageningen, tegenwoordig het Centrum voor Planten-, Veredelings- en Reproductieonderzoek geheten. Volgens een voormalige collega was hij een zeer aimabele man, die zich de fruitteelt via cursussen had eigen gemaakt. In de proeftuinen van ‘De Santacker’ in Elst kweekte Schaap omstreeks 1955 een nieuwe appel. Een geromantiseerde versie van die ontdekking stond later in een paginagrote advertentie van Albert Heijn:
We schrijven 1955. In het Instituut voor de Veredeling van Tuinbouwgewassen in het Betuwse Elst zingt uit een radiootje Eddie Christiani ‘Hoe je heette, dat ben ik vergeten’. Maar Arie Schaap, medewerker van het proefbedrijf van bovengenoemd instituut, hoort het niet. Hij zit te mijmeren over Ingrid Marie, een pracht van een Deense. Een helderrode blos op de ronde wangen, een goede smaak en bovendien prima in de hand te houden. Kortom, 'n appeltje om zo in te bijten.
‘Als ik morgen nou 'ns die fraaie eigenschappen van Ingrid Marie probeer over te brengen op bijvoorbeeld Golden Delicious. Zou daar niet iets heel moois uit bloeien?’, denkt Arie, terwijl hij zijn jas aantrekt om weer af te reizen naar zijn huis in het dichtbij gelegen Wageningen.
Het antwoord is inmiddels bekend. Uit de kruising van de Amerikaanse Golden Delicious en de Deense Ingrid Marie ontstond een nieuw ras dat op het instituut lang bekendstond als IVT 5544.240. De naam Elstar werd omstreeks 1970 bedacht, twee jaar na Schaaps voortijdige dood. Ook de naam Elstarie was overwogen, maar men vreesde dat die een internationale doorbraak van de appel in de weg zou staan. Bij het tweede lid dacht men overigens niet alleen aan Arie, maar ook aan het Engelse star - vanwege de grote kwaliteit van de appel. Op 13 juli 1972 werd de naam Elstar aangevraagd bij de Raad voor Kwekersrecht in Wageningen en op 23 september 1975 werd de naam officieel toegekend.
De opmars van de Elstar kon beginnen en die verliep zo voorspoedig dat men ook in Duitsland, Frankrijk en Engeland al snel wist wat een Elstar was. Voor de kwekers oversteeg het succes van de tamelijk grote, regelmatig gevormde appel, met z'n helderrode blos op een gele achtergrond, zelfs de stoutste verwachtingen. De appel van Arie gaf de hele Nederlandse fruitteelt een enorme oppepper. Onder kwekers wordt dit soms het ‘elstareffect’ genoemd.