Ongelooflijk onrechtvaardig
‘Sommige taalkundigen en pedagogen vinden dat we onze kinderen zo veel mogelijk vreemde talen moeten leren. Ik vind dat onzin. Waarom zou een Frans kind moeite moeten doen voor het Nederlands of het Fins? Het enige wat je zou kunnen overwegen is om bijvoorbeeld Nederlandse kinderen nog passief Frans en Duits te leren, zodat ze die talen kunnen lezen en beluisteren zonder dat ze ze zelf hoeven te kunnen schrijven en spreken. Wat de taalkundigen en de pedagogen ook beweren, het leren van talen is en blijft lastig. Ik ben al vijftig jaar bezig Engels te leren en ik publiceer al dertig jaar in die taal. Ik denk dat ik het ook beheers, maar het Nederlands gaat me nog steeds gemakkelijker af.’
Het belangrijkste argument tegen de hegemonie van het Engels is volgens mij dat deze ongelijkheid veroorzaakt tussen de Engelsen, de Amerikanen en een paar andere moedertaalsprekers aan de ene kant, en de rest van de wereld aan de andere.
‘Ja, dat is een ongelooflijk onrechtvaardig voordeel voor die moedertaalsprekers. Bij de selectie van academici weegt bijvoorbeeld het aantal internationale publicaties heel zwaar. Daarmee worden in de praktijk Engelstalige publicaties bedoeld, die voor een belangrijk deel door Engelsen en Amerikanen geredigeerd worden. Voor de beoordeling van je artikelen ben je dus afhankelijk van mensen uit de Angelsaksische cultuur.’
‘De vraag is hoe je het instrument van het Engels kunt overnemen zonder je met huid en haar over te leveren aan de Angelsaksische culturele normen en standaarden. Dat kan door zo veel mogelijk mensen uit andere culturen Engels te laten leren tot op het allerhoogste niveau. Ik pleit voor de instelling van een “Europese Taalacademie”, waar de Europese talen bestudeerd kunnen worden, maar waar vooral Fransen, Finnen, Hongaren en allerlei andere Europeanen kunnen worden opgeleid in een zo goed mogelijke beheersing van het Engels. Ik hoop ook dat er een continentaal-Europese standaard van het Engels komt, die niet specifiek Brits of Amerikaans is.’
Een Engels Esperanto?
‘Het Esperanto had de rol die het Engels nu heeft ook kunnen aannemen als het ooit een stormloop had kunnen ontketenen. De argumenten tegen het Esperanto zijn dus pragmatisch. Aan het begin van deze eeuw kon je dezelfde argumenten inbrengen tegen een herleving van het Hebreeuws in een eigen Joodse natie, terwijl het nu de taal is van de Israëlische samenleving, dus misschien vergis ik me ook over het Esperanto. Maar voorlopig ziet het ernaar uit dat we een “point of no return” bereikt hebben: zelfs als Amerika vandaag ineen zou storten, zou het Engels nog minstens een paar generaties overheersend blijven in de wereld.’