De oude Franken
Het Engelse wedlock ‘huwelijk’ is een heel ander geval. Het tweede deel van dit woord komt overeen met -lijk in huwelijk, waarin het Germaanse woord laik terug te vinden is, dat ‘dans’ en ‘spel’ betekende. In het Zweeds is lek nog steeds het gewone woord voor ‘spel’, leka voor ‘spelen’ en kärlek voor ‘liefde(sspel)’.
Het Engelse to wed, waar het eerste deel van wedlock vandaan komt en waarvan ook wedding is afgeleid, heeft dezelfde herkomst als het Nederlandse wedden. Dit werkwoord is gebaseerd op het zelfstandig naamwoord wedde ‘beloning, bezoldiging’. In het Germaans was het wadi. De oude Franken brachten dit woord naar Frankrijk, waar de w- in een g- veranderde, zoals dat ook gebeurde bij Guillaume (uit Willem) en guerre (uit war). Uit wadi ontstond gage. De oorspronkelijke betekenis van wadi was ‘onderpand, pacht’. Het is verwant met het Latijnse vas/vadis ‘borg’. De betekenis van het Nederlandse wedden ontwikkelde zich van ‘een onderpand geven’ naar ‘op het spel zetten’ en ‘gokken’, die van het Engelse to wed van ‘een overeenkomst sluiten’ en ‘beloven’ naar ‘verloven’ en ‘huwen’.
Wedde betekende dus aanvankelijk ‘onderpand, pacht’, maar in later Nederlands ook ‘bruidsschat’ en ‘(trouw)belofte’. Men kende het spreekwoord alle wedden hebben haar (= hun) wederwedden, wat zoveel wilde zeggen als ‘het kan verkeren’.
Wedde en wedeme hebben beide de betekenis ‘bruidsschat’ gehad, en ook qua vorm lijken ze op elkaar. Maar hun etymologie is totaal verschillend, zowel wat de vorm als wat de betekenis betreft.