Purisme toen en nu
Nicoline van der Sijs
Velen maken zich tegenwoordig druk om de ‘verengelsing’ van het Nederlands, en sommigen vrezen zelfs dat het Nederlands op den duur helemaal zal verdwijnen. Die angst is niet bepaald nieuw. Hij was al goed zichtbaar in de zestiende eeuw, de eeuw waarin men zich in onze streken voor het eerst echt met de eigen taal ging bezighouden. In 1584 verscheen de eerste gedrukte Nederlandse grammatica, de Twe-spraack vande Nederduitsche letterkunst (Dialoog over de Nederlandse grammatica) van de hand van H.L. Spiegel. Hierin is een lang gedicht opgenomen dat wijst op de gevaren van de opname van vreemde woorden en de teloorgang van het Nederlands. Hieronder twee (door mij i.s.m. Piet Verhoeff) hertaalde coupletten van dit gedicht, mede als ‘opwarmer’ voor het Onze-Taalcongres van 6 november, waar ook anderstalige invloeden op het Nederlands aan bod zullen komen. Vier eeuwen nadat Spiegel de noodklok luidde, is het Nederlands nog steeds springlevend.
Een oud, diep ingeworteld misbruik doet mij nu vrezen
Voor de op honden zijnde verwoesting die tot nog toe tegengehouden is;
Misschien vraagt u zich af wat of dat mag wezen -
't Is dat de Nederlandse taal zo besmet is
Door vele vreemde on-Nederlandse woorden die erin opgenomen zijn
En die men dagelijks nog veelvuldig ziet toenemen
Zodat onze moedertaal bijna verpletterd is
Dit is iets betreurenswaardigs, dat iedereen wel moet verdrieten
Dat wij Nederlanders, die alle andere talen kunnen leren
Onze eigen, met de geboorte meegekregen taal zo onbehoorlijk spreken
Als wij een Nederlandssprekende als groet met bonjour saluteren
En afscheid nemen met bonsoir, is dat geen teken
Van verwaandheid, of meent men dat ons woorden ontbreken
Om nauwkeurig in het Nederlands duidelijk te maken wat we bedoelen?
Op die manier gaat het Nederlands geheel verloren.
Onder vooraanstaanden en onbelangrijken in ambachten, handel en nering -
Het is geheel onnodig dat er uitvoeriger bewijs komt -
Spreekt men overal slecht Nederlands, met name in 's lands regering
Daar vallen executies, appointementen en composities
Men procedeert er en appelleert er voor de justitie
Voor de officier, magistraat of gecommitteerde
Onder kooplui spreekt men van expresse condities
Van assurantiën, compromissen en het geconquesteerde
Van abuis, calculatie, different en het geaccordeerde
Van negotiaties, conquesten en zo voort
Van crediteuren, debiteuren en het verobligeerde
Zodat een geleerde hen soms nauwelijks kan begrijpen
Dan verschijnen overeenkomstschrijvers, verdedigers en uitleggers
Die willen notarissen, advocaten en procureurs worden genoemd.
Noem een stadsschrijver secretaris, of je hebt een fout gemaakt
En je wordt middels een edict of mandement door hen veroordeeld
Ja, wat erger is: menigeen laat zich voorstaan op dit onjuiste woordgebruik
Dat hij als magnifiek met plezier heeft verkozen
Op die manier gaat het Nederlands geheel verloren.