Ofwel/oftewel
? Wat is het best: ‘Laten we afspreken in de Beurstraverse, ofwel in de Koopgoot’ of ‘Laten we afspreken in de Beurstraverse, oftewel in de Koopgoot?
! Beide zinnen zijn goed; volgens de meeste woordenboeken zijn ofwel en oftewel synoniemen. Wij hebben wel een voorkeur voor de variant met oftewel: daarmee wordt het duidelijkst uitgedrukt dat de Beurstraverse en de Koopgoot voor veel Rotterdammers synoniemen zijn.
Van Dale (1995) geeft bij oftewel ‘spreektaal’ en bij ofwel alleen ‘(sterker dan) of’. Bij het lemma of (tegenstellend voegwoord, betekenis 2) vermeldt Van Dale: ‘(ter verbinding van een verklarend zinsdeel aan een ander, waarbij de beide termen vrijwel synoniem zijn) ofte wel: de zebra of Kaapse ezel; de abeel of witte populier’. In deze voorbeelden past volgens ons oftewel beter dan ofwel.
Het is eigenlijk vreemd dat alleen Kramers (1996) expliciet een betekenisonderscheid maakt tussen ofwel en oftewel: oftewel betekent volgens dit woordenboek ‘met andere woorden’ of ‘alias’; ofwel wordt geplaatst tussen twee alternatieven (bijvoorbeeld in ‘We gaan naar de Euromast ofwel naar Diergaarde Blijdorp’).
Waarom wordt of(te)(wel) in uw zin een ‘tegenstellend voegwoord’ genoemd, terwijl het tussen twee woorden staat die juist als synoniemen worden gebruikt? Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (deel X) geeft hier een antwoord op. Het vermeldt dat het ook hier om een tegenstelling gaat, ‘niet van twee verschillende personen of zaken, maar van twee verschillende benamingen voor denzelfden persoon of dezelfde zaak’. De Algemene Nederlandse Spraakkunst (1997) formuleert het zo: ‘Het voegwoord, dat in deze gevallen ook het verklarende of genoemd wordt, verbindt twee leden die geen keuzemogelijkheid noemen maar alternatieve formuleringen of termen zijn. In plaats van of wordt hier ook oftewel gebruikt.’