Battus
Centime-eters
Ik hou ervan om mijn studenten voor de gek te houden, maar soms moeten ze toch ook iets leren, en daarom zei ik tegen ze: ‘Een belangrijke constructie in het Nederlands is het achter de stam van een werkwoord plaatsen van de uitgang -er. Het lijkt op de Franse uitgang -eur die van chaud chauffeur maakt en van mal malheur, maar het Nederlands doet het veel consequenter. Een eter is iemand die eet. Een jager is iemand die jaagt. Een vrijer is iemand die vrijt. Dat is duidelijk genoeg. Soms is het werkwoord een beetje verborgen: een vaarder is iemand die vaart, een ziener is iemand die ziet, een gasopnemer is iemand die gas opneemt.
Heel gewone woorden worden zo direct duidelijk: een zomer is iemand die zoomt en een wonder is iemand die wondt. Een dokter is iemand die geld dokt en een koster is iemand die geld kost. Een kikker is iemand die kikt, een bever is iemand die beeft.
Maar let nu even op. Een kijver, een lezer, een lijder, een pijper, een sluiper, dat zijn natuurlijk personen die respectievelijk kijven, lezen, lijden, pijpen, sluipen. Toevallig allemaal werkwoorden met een sterke verleden tijd. Wie eerst een kijver was, is daarna een kever, iemand die keef. Zo is een lazer iemand die las, een leder iemand die leed, een peper iemand die peep of pijpte, een sloper iemand die sloop.
Wie eerst een kijver was, is daarna een kever, iemand die keef. Zo is een lazer iemand die las, een leder iemand die leed.
Maar dan worden ook de volgende verledentijdsafleidingen duidelijk: een vonder is iemand die iets vond en een vinger is iemand die iets ving. Beter is iemand die beet en zeker is iemand die zeek of zijkte of zeikte, dat weten we niet zeker. Een zoger is iemand die zoog en een betoger iemand die betoog of betuigde. Handleder is iemand die pijn in zijn hand had en een schuinsloper is iemand die schuin wegsloop, hoewel het ook iemand kan zijn die gebouwen schuinsweg sloopt.
Laten we nog eens wat dieren bekijken. Een kalfsleder is iemand die op een kalf een sledetocht maakt. Een hennepakker is iemand die hennen pakt. Kiplekker is iemand die lekt als een kip zonder kop. Reetrekker is iemand die een ree trekt. Sijsjeslijmer is iemand die overdreven lief doet tegen een sijsje. Varkenslever is iemand die leeft zoals varkens. Jachttijger is iemand die ter jacht tijgt. Kater is een beest dat in katten een werkwoord ziet. Katheter is iemand die Kat heet, bijvoorbeeld een kat. Veevoeder is iemand die vee voedt. En een bijsluiter is iemand die een bij dichtmaakt.
Naast dieren zijn ook voorwerpen geliefd in deze constructie. Een blaasbalgleder is iemand die over een blaasbal gleed. Een degenslikker is iemand die aan degens likt. Een sigarettenkoker is iemand die sigaretten kookt en niet rookt. Een wasknijper is gewoon iemand die in de was knijpt. Een autosloper is iemand die over auto's loopt. Een laarzenpoetser is iemand die etsen maakt waarop steeds een laarzenpo te zien is, dat is de bekende pispot in de vorm van een laars. Een bordpasser neemt de maat van een bord en een bedijker de maat van een bed. Een toiletemmer is in de modewereld iemand die een toile (een katoenen model) temt. En een komkommer is iemand die in de bebouwde kom komt.
Aardrijkskundig is dit proces ook vruchtbaar. Een Lekkerkerker is iemand die heerlijk ter kerke gaat. Rotterdammer is iemand die nog slechter damt dan iemand anders, bijvoorbeeld dan een Potsdammer. Polakker is iemand die een po, al of niet in de vorm van een laars, lakt. Rustanker is iemand die een Rus als tank gebruikt. Leningrader is natuurlijk iemand die raad geeft inzake een lening.
Vaak is het eerste deel bedrieglijk kort. Zo is een besteller iemand die bessen telt, een verneuker iemand die ver weg neukt, een onteerder iemand die absoluut niet teert. Een voortrekker is iemand die niet op kan houden met rekken, een onderwijzer iemand die niet derwaarts wijst, een bestrijder iemand die best rijdt. Erover is iemand die de letter E rooft.
Een voortrekker is iemand die niet op kan houden met rekken, een onderwijzer iemand die niet derwaarts wijst, een bestrijder iemand die best rijdt.
Vind nu zelfde betekenis van ziekenbroeder, ooglijder, hoofdletter, gangloper, weekijzer, wijnroemer, braakakker, mangaankoper, centimeter en lever je oplossing volgende week in.
Laat ik jullie nog wat goede voorbeelden geven: Niespoeder is een Duitser die beweert dat hij nooit haast maakt. Een koningsmoorder smoort een koning. Een tweelingbroeder is een vader die bezorgd over een tweeling zit te peinzen. Een zondoffer doft zich op in de zon. Een reserveleger maakt de reserve op. Een krijgsmakker heeft de nare eigenschap te smakken in een oorlog. Een windanker dankt voor het winnen en een controller rolt in een oude spelling over zijn kont.’