Geschiedenis op straat
Neude
Riemer Reinsma
Het Utrechtse plein Neude dankt zijn nationale roem waarschijnlijk vooral aan het Monopoly-spel. Menig Monopolist zal zich hebben afgevraagd wat die naam betekent. Er is lang onzekerheid over de herkomst geweest, maar de wetenschap is geleidelijk tot een algemeen aanvaarde hypothese gekomen.
Vóór 1350 werd Neude geschreven als Noide (uitspraak: [node]). De verandering van de oi in een eu heeft zich voltrokken in de zestiende eeuw; vanaf 1572 vinden we overwegend spellingen als Nue, Neude en Nuede. Maar we kunnen nog veel verder teruggaan in de geschiedenis van de naam. De naam Neude komt namelijk ook voor in de naam van het waterschap Rhenense Neude en Achterbergse Hooilanden. De Rhenense Neude is een strook land tussen Rhenen en Wageningen, aan weerszijden van de Grift. Van de Rhenense Neude heeft men in de archiefstukken spellingvormen gevonden die veel ouder zijn dan die van de Utrechtse Neude. De oudste spelling is al uit 855: hnodi. Men neemt aan dat dit woord het Oudnederlandse broertje is van het Oudhoogduitse woord nôt, nuot of nuat. En daarvan is de betekenis wel bekend, namelijk ‘voeg, groef, sponning’. Als deze hypothese klopt, moeten we aannemen dat zich uit deze betekenis weer een nieuwere heeft ontwikkeld, namelijk die van ‘spleet in de grond, min of meer smalle laagte, gleuf of geul’. Een probleem is alleen dat de Rhenense Neude een behoorlijk brede strook land is, en niet bepaald een smalle geul. De taalhistoricus J.W. Muller, niet voor één gat te vangen, oppert dan ook dat de naam van de Rhenense Neude misschien sloeg op het feit dat dit gebied laag lag ten opzichte van de Wageningse heuvels en de Heimenberg bij Rhenen. Het zou kunnen; maar dan is de betekenisovergang van ‘sponning’ naar ‘brede vlakte tussen heuvels’ toch wel wat groot.
De Neude in 1618
Foto: Het Utrechts Archief, Utrecht
Belangrijker voor ons is de vraag: was de Utrechtse Neude vroeger inderdaad zo'n laagte? Lag het plein lager dan zijn omgeving? Hier geven de geleerden gelukkig een rondborstig antwoord: ja! Eindelijk iets waarover wél zekerheid is. De Neude moet lang geleden een inham van de Rijn geweest zijn, in de tijd dat de Rijn nog een andere bedding volgde. Dit wordt bevestigd door opgegraven scheepsonderdelen: planken, masten, sprieten. Men neemt aan dat het een aanlegplaats van schepen was, die al vóór het tweede kwart van de twaalfde eeuw verland is, net als de Rijnarm waar hij bij hoorde; de straatnaam Kintgenshaven herinnert nog aan deze oude scheepvaart. In 1465 begon men de Neude te bestraten. Om het plein op te hogen moest men maar liefst 2866 karren zand aanvoeren, zo schrijft N. van der Monde in zijn Beschrijving van de pleinen, straten, stegen, waterleidingen, wedden, putten en pompen der stad Utrecht (1844).