Lukrake verzameling
‘Het probleem zit hem bij de necrologie over Garbo natuurlijk vooral in het woord hoewel’, zegt Lagerwerf. ‘Kennelijk drukt dat de gedachte uit dat Garbo een uitzondering was op een algemene regel. Als je het woordje weglaat, verdwijnt die suggestie: ‘Greta Garbo werd de maatstaf genoemd van schoonheid. Zij is nooit getrouwd geweest.’
Uit die laatste twee zinnen zouden we zelfs kunnen afleiden dat Greta Garbo allesbehalve een uitzondering was; dat mooie vrouwen zelden of nooit trouwen. (‘Omdat Greta Garbo de maatstaf genoemd werd van schoonheid, is zij nooit getrouwd geweest.’) Of we zouden de tweede zin als een soort verklaring kunnen lezen voor de eerste: ‘Ze is namelijk nooit getrouwd geweest.’ Lagerwerf: ‘Iemand zou dat kunnen zeggen als hij vindt dat het huwelijk lelijk maakt.’
Lezers leggen dit soort verbanden stilzwijgend omdat ze ervan uitgaan dat de tekst die ze lezen niet alleen maar bestaat uit een lukrake verzameling mededelingen in een door het toeval bepaalde volgorde. Als een schrijver de ene zin achter de andere zet, zal hij daar wel een bedoeling mee hebben. Hij zal het voorafgaande bijvoorbeeld wel nader willen toelichten of verklaren. Een lezer leest daarom meer in een tekst dan er feitelijk staat - en een schrijver hoeft op zijn beurt weer niet alles expliciet te maken. Sprekers en schrijvers gaan ervan uit dat ze samenwerken.