Etymofilie
Krijg de rambam
Ewoud Sanders
Het woord rambam is in de informele taal volop in gebruik. Denk maar aan zich het rambam schrikken, werken ‘zeer hevig schrikken, zeer hard werken’, de hele rambam ‘de hele mikmak, de hele troep’ en er het rambam van krijgen ‘er buitengewoon zenuwachtig van worden’. Ook de verwensing krijg de (of het) rambam komt zeer regelmatig voor.
Deze verwensing is in 1918 voor het eerst gevonden, in een liedje van Louis Davids, getiteld ‘In het bosch’. Het derde couplet luidt:
Tante Neel, een ingekrompen schele
Roept, als zij een kraai ziet:
‘Kijk 's Jan, een lijster.’
Dikke Nelis zegt bedaard: ‘Nee tan-
'k Hoor het aan zijn wijsie,
Wedden om een bijsie?’ [dubbeltje]
‘Krijg jij de rambam, 't is een kraai.’
Rambam is een afkorting van Rabbi Moosje ben Maimon, de roepnaam van de in zijn tijd wereldberoemde geleerde Maimonides (1135-1204). Maimonides was leider van de joodse gemeenschap in Egypte, een zeer invloedrijke filosoof en lijfarts van sultan Saladijn. Hij behandelde ook arme sloebers, die hem van heinde en verre kwamen raadplegen. Behalve religieuze verhandelingen schreef hij minstens achttien boeken over geneeskunde, waaronder Verhandeling over de gezondheid.
Hoe de naam van deze eminente geleerde in een verwensing is terechtgekomen, is niet helemaal duidelijk. Enno Endt schrijft hierover in zijn Bargoens woordenboek (1994): ‘Behalve om de klank, die gewelddadigheid suggereert, werd de naam van deze lijfarts van verschillende sultans wellicht ook aangeroepen om daarmee de ziektes waarvoor hij ingeroepen moest worden, op te roepen.’
Maar H. Beem, een groot kenner van het Jiddisch, is minder overtuigd. In 1974 schrijft hij in Uit Mokum en de mediene. Joodse woorden in Nederlandse omgeving: ‘De Nederlandse populaire verwensing “krijg de (het) rambam” wordt nogal eens in verband gebracht met de naam Rambam. (...) De veronderstelling dat deze woorden met elkaar in verband zouden staan berust op niets anders dan de klankovereenkomst.’
Toch lijkt het wel waarschijnlijk dat krijg de rambam uit het Jiddisch komt. Zeker is dat een harber rambam aan het begin van deze eeuw in het Jiddisch werd gebruikt voor ‘een moeilijke plaats’, dat wil zeggen: een moeilijk te interpreteren passage in een godsdienstig of filosofisch werk. Mogelijk werd met krijg het rambam dus oorspronkelijk bedoeld ‘krijg een ziekte op een moeilijke plaats’. Zeker is dat dit thema bij verwensingen vaker voorkomt. Zo zegt men onder meer krijg de kanker achter je hart, dat de dokter er niet bij kan komen.
Om de verwensing krijg het rambam te versterken wordt hij soms uitgebreid. Zo zei men omstreeks 1930 in Scheveningen: krijg de rambam met een rietje. In Amsterdam werd onlangs nog gehoord: krijg de schapenschurft en het rambam en een hartverzakking.
Schapenschurft in combinatie met een door rambam verzakt hart - het is de vraag of zelfs de grote Maimonides daar een middeltje tegen wist.