taalcuriosa
Naampalindromen [3]
Jules Welling
Naampalindromen (omkeerbare familienamen) zijn vrij zeldzaam. Toevallig hebben we op dit moment een premier Kok die aan de criteria voldoet, maar dat is de spreekwoordelijke uitzondering op de regel. Bij het wereldkampioenschap voetbal waren er aan het begin 704 inzetbare deelnemers, en twee van hen hadden prachtige palindromische namen: Lawal van Nigeria en Salas van Chili. Ongeveer tegelijkertijd werd het beroemde tennistoernooi van Wimbledon in Engeland gehouden en ook daar was de palindromische oogst heel aardig: de Argentijn Sanas bij de heren en de Amerikaanse Seles bij de dames.
Uit de schaakwereld ken ik de namen van grootmeesters als Rabar en Ciric (eigenlijk Cirić), beiden uit het voormalige Joegoslavië. Prachtpalindromen, maar Ada Kok blijft met twee palindromen achter elkaar vanzelfsprekend de kop aanvoeren bij de sporters, al heeft ook Reinier Paping, winnaar van de Elfstedentocht, op grond van zijn voornaam recht van spreken: zeven letters! Maar een voornaam is nog geen achternaam, en daar hadden we het over.
Toen ik vorig jaar in het oktobernummer van Onze Taal schreef over het naampalindroom Oibibio - het new-agecentrum schuin tegenover het Centraal Station in Amsterdam - wist ik daar niet veel over te melden. Een excuus daarvoor kreeg ik van Michiel Odijk uit Utrecht: ‘Het gaat om een verzonnen woord dat gevormd is juist omdat het een palindroom is en de indruk wekt dat het iets betekent’, schrijft hij.
Pim Slop uit Vleuten kwam met een nog veel mooier naampalindroom: Aoxomoxoa, niet zeven maar negen letters! Het is de naam van een jongerencentrum aan de Verlengde Hoogravenseweg in Utrecht. ‘Het is natuurlijk een verzonnen woord,’ licht hij toe, ‘maar met hoofdletters geschreven is het ook typografisch symmetrisch’: AOXOMOXOA. Prachtig!
R. Willems-Jacobs uit Berlicum schreef me een kaartje met de volgende tekst: ‘Een van onze kinderen had zo'n twintig jaar geleden les van dr. Cornelis Verhoeven, leraar klassieke talen. Aan het begin van het nieuwe schooljaar moesten alle kinderen hun naam zeggen. Een jongen in de klas heette Toine Aarts. Na even nadenken zei de leraar: “Als jij later ooit beroemd wordt, wordt er misschien een straat naar je genoemd en dat wordt dan de T. Aartsstraat.” Daarop volgde een uitleg over palindromen.’ Dat zijn er dan twaalf, al weet ik niet of de betrokken Toine Aarts het al tot een straatnaam geschopt heeft.
Zelf noteerde ik bij een uitzending van het VARA-televisieprogramma ‘Herexamen’ van 16 mei 1998 de naam van acteur Mark Ram (zeven letters), die vooral bekend is door de dramaserie ‘Unit 13’. Presentatrice Inge Diepman refereerde even aan de palindromie van zijn naam.
Van Erik Jan Uleman, een lezer uit New Orleans in de Verenigde Staten - ook daar wordt dit blad gelezen - kreeg ik een nog mooier voorbeeld toegezonden. Hij had een klasgenootje in zijn lagereschooltijd met de naam Mark Cockram: elf letters, en geen constructie, maar een echte naam. Een record is het niet, want dat staat al sinds nummer 10 van de jaargang 1989 van Onze Taal op naam van Yoornaw Wanrooy (veertien letters), de zoon van Herlien en Piet Wanrooy-Timisela, die op 23 december 1988 in Amersfoort ter wereld kwam. Voor wie mocht twijfelen aan de ‘echtheid’ van dit naampalindroom: de originele geboorteaankondiging uit de Volkskrant is als bewijs in mijn bezit.