68 andere woorden voor zero-tolerance
Taaladviesdienst Onze Taal
In het septembernummer vroeg de Taaladviesdienst u een goed Nederlands woord te bedenken voor zero-tolerance. Tevens vroegen we ons af waarom het al in gebruik zijnde nultolerantiebeleid niet ingeburgerd raakt. 54 mensen reageerden op onze oproep. Naast 68 verschillende alternatieven voor zero-tolerance(beleid) werden er allerlei verklaringen aangedragen voor het niet ingeburgerd raken van de term nultolerantiebeleid. Die verklaringen zijn onder te brengen in twee categorieën: ‘klank/vorm’ en ‘betekenis’.
Binnen de categorie ‘klank/vorm’ vallen argumenten als: nultolerantie is niet mooi, het is te lang, het ‘bekt’ niet, het loopt niet en de klemtonen liggen verkeerd. De meest genoemde betekenisargumenten waren: nultolerantie heeft een andere gevoelswaarde dan zero-tolerance (het is minder sterk, het is te negatief, enz.); zero heeft een ruimere betekenis dan nul en tolerantie is geen goede vertaling van tolerance (tolerance heeft te maken met het Nederlandse ‘gedogen’, terwijl tolerantie vooral ‘verdraagzaamheid’ betekent). Verder wezen verschillende inzenders erop dat nul als voorvoegsel gecombineerd moet worden met iets meetbaars of absoluuts, zoals in de woorden nulgroei, nuloptie en nultarief het geval is.
Van de in totaal 68 verschillende alternatieven kwamen de volgende tien meer dan één keer voor (overigens vonden twee inzenders dat het woord zero-tolerancebeleid gehandhaafd moest worden):
1. | geen-pardonbeleid (6x) |
2. | nontolerantiebeleid (4x) |
3. | pik-niksbeleid (4x) |
4. | niet-gedoogbeleid (3x) |
5. | niks-pikbeleid (3x) |
6. | paal-(en-)perkbeleid (3x) |
7. | zonder-pardonbeleid (3x) |
8. | antigedoogbeleid (2x) |
9. | basta-beleid (2x) |
10. | geslotenvingersbeleid (2x) |
Het woord pik-niksbeleid valt op door zijn dubbelzinnigheid, die wordt veroorzaakt door de dubbele betekenis van het werkwoord pikken. Deze dubbelzinnigheid en de klank van pik-niksbeleid maken het woord vermakelijk, maar niet al te serieus. Dit laatste geldt ook voor bijvoorbeeld geslotenvingersbeleid en basta-beleid en voor sommige woorden die maar één keer genoemd werden, zoals zout-op-slakbeleid, nuldulding, niks-mag-beleid en kortemettenbeleid. Voor zero-tolerancebeleid lijkt ons een serieuzer alternatief gepaster.
Het serieuzere nontolerantiebeleid valt echter af vanwege het verschil in betekenis en gevoelswaarde tussen tolerance en tolerantie - door dit bezwaar zijn ook andere alternatieven met tolerantie niet geschikt. De woorden niet-gedoogbeleid en antigedoogbeleid hebben wel de juiste betekenis en gevoelswaarde, maar zijn volgens ons niet welgevormd genoeg om ingeburgerd te raken.
Na uitvoerig overleg kiezen we voor geen-pardonbeleid als beste alternatief. Het wint het van zonder-pardonbeleid, omdat dat bij ons beelden oproept van een beleid waarbij ten onrechte grof en rigoureus opgetreden wordt (‘De Chinese studenten werden zonder pardon in de boeien geslagen’). Geen-pardonbeleid associëren we niet met onredelijk en meedogenloos optreden, maar het is volgens ons wel serieus en krachtig genoeg. Bovendien is het toegankelijk voor een grote groep taalgebruikers; het feit dat zes inzenders het voorstelden, laat al zien dat het kennelijk voor de hand ligt. De eerste die geenpardonbeleid aan ons voorlegde, was Willemien Jonker uit Groningen. Zij krijgt daarom de boekenbon van f 50,- van de Stichting LOUT (Let Op Uw Taal). Alle inzenders worden hartelijk bedankt voor hun bijdrage.