nent. Daar werd hun Nederlands in de loop der tijd vermengd met elementen uit het Portugees, Frans, Duits, Engels, Maleis (gesproken door slaven), Arabisch en de negertalen Koi, isiZulu en isiXhosa.
Sinds 1925 zijn het Afrikaans en het Engels de officiële talen van Zuid-Afrika. Deze situatie is veranderd na de afschaffing van de apartheid. Nu hebben van de ongeveer tachtig talen die in Zuid-Afrika worden gesproken er elf een officiële status, waaronder het isiXhosa, het isiZulu, het Afrikaans en het Engels.
Het Engels wordt door velen als de belangrijkste taal van het nieuwe Zuid-Afrika gezien, hoewel het slechts op de zesde plaats staat als het gaat om het aantal moedertaalsprekers. Het grote belang dat mensen aan het Engels hechten, is te verklaren uit het feit dat het een wereldtaal is (die door veel toeristen gesproken wordt) en dat het gebruikt wordt door alle politici van na de afschaffing van de apartheid. Bovendien is het Engels traditioneel de taal om verzet tegen de apartheid uit te drukken. Het Afrikaans wordt nog steeds gezien als een symbool van het blanke minderheidsregime en het apartheidssysteem. Wie vóór de omwenteling bezwaar maakte tegen het Afrikaans, protesteerde eigenlijk tegen de toenmalige regering. De bloedige opstand in Soweto (1976) vond dan ook een aanleiding in de bezwaren tegen het verplichte gebruik van Afrikaans als onderwijstaal.
Tegenwoordig is er een duidelijke voorkeursbehandeling voor het Engels in Zuid-Afrika. Afrikaanssprekenden in alle lagen van de bevolking ondervinden die aan den lijve. Een voorbeeld is het terugdringen van Afrikaanstalige televisie-uitzendingen en de afschaffing van de Afrikaanse naam voor de nationale luchtvaartmaatschappij (Suid-Afrikaanse Lugdiens), die nu alleen nog South African Airways heet. Deze verengelsing laten Afrikaanssprekenden niet lijdzaam over zich heen komen: een aantal mensen protesteert door geen kijk- en luistergeld te betalen en er zijn Afrikaanders die als protest alleen nog met buitenlandse luchtvervoerders vliegen. Verschillende Afrikaanssprekende organisaties onderzoeken samen de mogelijkheden om een front te vormen tegen het Engels en om het Afrikaans een positie te verschaffen als taal van de ontwikkeling en de vooruitgang.