(Vergeten woorden...)
Hans Heestermans
Tuimel
Een merkwaardig woord, tuimel. Niet wat de vorm betreft. Nee, het is een gewone afleiding van het werkwoord tuimelen. Maar wel wat betreft de betekenissen. Die komen óf alleen in bepaalde dialecten of groepstalen voor, óf ze zijn verouderd. In delen van Limburg en Vlaanderen kent men tuimel waar we in het Standaardnederlands tuimeling gebruiken. ‘Heer maakde 'nen toemel en dao laog heer’, staat in het Woordenboek of diksjenaer van 't Mestreechs van H.J.E. Endepols te lezen. Voor niet-Limburgers: ‘Hij maakt een tuimeling en daar lag hij’. In Maastricht wordt aan tuimel nog een tweede betekenis toegekend, namelijk ‘drukte’, ‘druk gedoe’: ‘d'n toemel van de vastelaovend waor veurbijjgeroesj’. Het Bargoens, de taal van de jongens van de vlakte, zoals dat vroeger zo aardig werd omschreven, gebruikt tuimel als aanduiding voor het ‘tuimelraam boven een winkeldeur’. De Boeventaal. Zakwoordenboekje van het Bargoensch (1906) geeft als voorbeeldzinnetje: ‘Ik ga de tuimel openmaken en haal de schoren (goederen) eruit.’
Een geheel andere betekenis had tuimel in de 19de eeuw. ‘Met wat tuimel bedwelmt ge onze zinnen!’, dicht H. Schaepman in zijn lange dichtwerk ‘De Eeuw en haar Koning’ uit 1867. En Vrouwe D.P. Bohn-Beets schreef lyrisch: ‘In den tuimel der parijsche vermakelijkheden had la belle hollandaise hare zorgen opzij gezet’ (Onze Buurt, 1861). Tuimel is in deze gevallen dus zoveel als ‘roes, vervoering, bedwelming’. Het wonderlijke is dat het uitsluitend in de 19de eeuw voorkomt, met één uitzondering. Theun de Vries gebruikt het woord in zijn boekenweekgeschenk Het zwaard, de zee en het valse hart uit 1966. Honderd jaar nadat Schaepman de hierboven gegeven regel uit zijn dichtader had doen ontspruiten. Kan een woord honderd jaar een sluimerend leven leiden en dan weer springlevend uit zijn slaap ontwaken? Dat gebeurt niet vaak. Maar in dit geval speelde er iets anders. Theun de Vries leest veel in oude woordenboeken. Komt hij daarin een verouderd woord tegen dat hem bevalt, omdat het beeldend is of omdat hij denkt het ooit voor zijn eigen historische romans nodig te hebben, dan noteert hij het op een fiche. En jaren later gebruikt hij het daadwerkelijk. Dat verklaart de opstanding van tuimel uit een honderdjarige slaap.