hebben. De inmiddels befaamd geworden zeventig samenstellingen met moslim- uit het Groene Boekje zult u er dus niet in aantreffen; één zo'n samenstelling is genoeg. Die ‘verdichting’ zal leiden tot zo'n 35.000 trefwoorden; ter vergelijking: het Groene Boekje geeft er 110.000. Maar tegelijk biedt de Spellingwijzer Onze Taal ook meer dan het Groene Boekje: er is heel consciëntieus naar gestreefd om álle woorden met een spellingprobleem op te nemen, dus ook die welke in het Groene Boekje ontbreken omdat ze niet frequent genoeg zijn. Dat is handig voor wie wil weten wat de spelling is van bijvoorbeeld bactericide, cachexie, chihuahua, erinyen, fylliet, ossobuco, quillaja of zoab, woorden die niet in het Groene Boekje te vinden zijn.
Voor alle duidelijkheid: de Spellingwijzer Onze Taal biedt geen nieuwe spelling; er wordt uitgegaan van de regels die twee jaar geleden van kracht werden. Wélke regel precies is gevolgd in de verschillende gevallen, is heel makkelijk na te gaan. Achter ieder woord wordt verwezen naar een of meer van de 124 regels vóór in het boek, waarin de spelling overzichtelijk wordt uiteengezet. Achter stradivarius bijvoorbeeld staat een getal dat de lezer leidt naar de spellingregel waarin van alles staat over ‘persoonsnamen die als soortnaam worden gebruikt’. Dat maakt het boek bijzonder: redactioneel verstoppertje spelen kon niet, want er moest over élk woord nagedacht worden - in alle gevallen moest er duidelijkheid komen.
Is de Spellingwijzer Onze Taal hiermee de gedroomde ideale lijst voor dicteedeelnemers? Nee, natuurlijk niet. De gids is nadrukkelijk bedoeld voor álle taalgebruikers, en daarom staan er ook woorden in die voor de gemiddelde dicteeliefhebber gesneden koek zullen zijn. Maar als basis voor een lijst met moeilijke dicteewoorden is de spellingwijzer heel geschikt: woorden die geen probleem opleveren zijn achterwege gelaten, en allerlei overbodigheden uit het Groene Boekje werden geëlimineerd (zoals die 69 moslim-woorden). En wat belangrijker is: ze werden vervangen door woorden met een écht spellingprobleem.
| |
Spellingproblemen
Met welke problemen wordt een dicteedeelnemer zoal geconfronteerd? In de Spellingwijzer Onze Taal wordt in 124 spellingregels onder meer het volgende behandeld: de verschillen tussen letters en klanken, afleidingen, samenstellingen en woordgroepen, eigennamen en soortnamen; de grondregels van de Nederlandse spelling: de beginselen van de standaarduitspraak (liniaal, peloton), van de etymologie (althans, nochtans, in 't gevlij komen, wauw, apotheek) en de vormovereenkomst (stationsstraat, leidraad); de schrijfwijze van Nederlandse en Vlaamse aardrijkskundige namen (Hoogeveen, Eeklo); de spelling van de ee-klank (Balinese, Guineese) en de lange ie (karmelietes, perspectivisch); het al dan niet verdubbelen van de medeklinker (maffia, muezzin, impresario, acuut, carrousel), de k- en de s-klank (accu, cheque, reçu, ecstasy), Franse uitspraaktekens (dédain, crème, enquête); het gebruik van het trema of deelteken (reëel, financiële, georiënteerd), de apostrof of het weglatingsteken (salto-mortale's, baby'tje, A4'tje); hoofdletters (een Rubens, rembrandtesk, het Indo-europees, de Hervorming, een Z-ijzer); het aaneenschrijven van woorden (minimuminkomen, Heilig Hartinstituut, parttime, fair play, heteluchtkachel, pianospelen, ertussenuit knijpen, drievierde, autoalarm); het liggend steepje (pull-over, gala-uniform, oud-leerling, prins-bisschop, nek-aan-nekrace, on-lineverbinding); de tussenklank [e] (stateloos, krokodillentranen, sirenenzang, ereprijs, lindelaan, klassespeler, huilebalk, zonnecrème, reuzegroot, paardekastanje); de tussen-s (stadsschouwburg); afkortingen (fr., pc, CAO);
de vervoeging van de werkwoorden (ik race, hij racet, racete, geracet), de gebiedende wijs (wend u tot de secretaris); oude naamvalsvormen (in u aller belang); verkleinwoorden (souveniertje, biscuitje, rendez-voustje); trappen van vergelijking (chic, chiquer, chicst, frist, meest logisch); stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden (pluchen kussens, een aluminium pan); en duidelijke regels voor het afbreken van woorden (voort-aan, winterkonin-kje, na-ief, inte-ressant, machien-tje, biscuit-tje).
|
|