โ Grootste gemene deler
Natuurlijk kan ook een andere bron als referentie dienen. Maar dan moet haar gezag algemeen aanvaard worden, en ze moet kort op de bal kunnen spelen, omdat er elke dag nieuwe namen opduiken in het nieuws. De Winkler Prins en het encyclopedisch woordenboek Verschueren komen wel in aanmerking voor de eerste voorwaarde, maar reageren te traag voor de tweede. Daarbij heeft natuurlijk niet iedereen een encylopedie in huis.
De Spellingwijzer Onze Taal, die in het najaar verschijnt, neemt een tussenpositie in. De gebruiker vindt er ongeveer tweeduizend eigennamen van personen en instellingen in, die geselecteerd werden volgens twee criteria. Vooreerst kregen woorden die een gemiddelde taalgebruiker weleens wil schrijven, voorrang. Dus wel: Fjodor Dostojevski, Pieter Bruegel, Johannes Paulus II, Harry Mulisch, Vroom & Dreesmann, de Eiffeltoren en het Eifelgebergte; niet: Frederik hertog de Beaufort Spontin of Mihály Munkácsy. Ten tweede gaat het om woorden met een duidelijk spellingprobleem. Dus niet om Hugo Claus of Fred Emmer. Die keuze is uiteraard subjectief. U kunt alleen rekenen op de ervaring van de equipe die de Spellingwijzer Onze Taal heeft samengesteld.
Wat de concrete spelling voor al die eigennamen betreft, liet de redactie zich leiden door twee principes. Ten eerste: de schrijfwijze die de persoon of instelling zelf hanteert of hanteerde, wordt indien mogelijk overgenomen. En voorts is gezocht naar de grootste gemene deler tussen naslagwerken en kwaliteitskranten.