● Kunstmatige talen [2]
Piet Cleij - Bilthoven
Rolandt Tweehuysen besteedt in zijn artikel over hulptalen slechts zijdelings aandacht aan Interlingua - om precies te zijn: hij noemt die taal alleen in het kader op blz. 77. Dat is jammer, omdat aan Interlingua heel goed te illustreren is dat er in de hulptaalbeweging twee verschillende stromingen zijn.
De eerste stroming (en de enige die in Tweehuysens stuk aan bod komt) is die van de uitvinders, degenen die menen dat een hulptaal echt gemaakt, geschapen moet worden. De andere is die van de ‘naturalisten’. Zij vinden dat je een internationale taal niet hoeft te maken, omdat die in feite al bestaat: zij is latent aanwezig in de talen van onze westerse beschaving. Als we alleen al ons dagblad goed bekijken, zien we dat daarin op elke bladzijde grote aantallen woorden staan die we ook in het Frans, Engels, Spaans, Russisch, enz. Aantreffen: redactie, foto, camera, muziek, concert, integer, integriteit, creatief, creativiteit, preferentie, communicatie, nationaal, school, kolom, attribuut, functie, functioneel, functionaris, cultuur, cultureel, en ga zo maar door.
De International Auxiliary Language Association (IALA), een groep professionele linguïsten, heeft methoden ontwikkeld voor het opsporen van deze internationale woorden. Vervolgens heeft IALA er 27.000 van verzameld, gestandaardiseerd en gepubliceerd in het Interlingua-English Dictionary. Latere interlinguïsten hebben door toepassing van de methoden van IALA dit aantal opgevoerd tot 45.000. Met de bijgevoegde, uiterst eenvoudige grammatica fungeren deze internationale woorden als een zeer bruikbare, gemakkelijke en voor miljoenen mensen zeer herkenbare taal: Interlingua, overigens niet te verwarren met het door Tweehuysen ook genoemde Interlingua van de Italiaan Peano, beter bekend als Latino sine Flexione.