Gaan: gaan naar; Gaan we Antwerpen?
Ga kakken: letterlijke vertaling van het Italiaanse va a cacare; 1 uitdrukking die weergeeft dat iemands aanwezigheid niet (langer) gewenst is; 2 uitdrukking van ongeloof; Uw broer heeft een nieuwe BMW? Ga kakken.
Gianni [dzjannie]: 1 Italiaanse ‘johnny’ of ‘johnny’ met Italiaans bloed; 2 (bij uitbreiding) ‘johnny’ uit een cité.
Goeie: oké; A: Ik bel u nog. B: Goeie.
Goeie?: alles goed?
Hou uw lip, zwijg uw lip, zwijg uw mond: hou je mond.
Ik peer u ene: pas op of ik geef je een muilpeer.
Ik zweer u: letterlijke vertaling van ti giuro, Italiaans voor ‘ik verzeker je’; uitdrukking van strijdbaarheid; ik meen het; Ik zweer u, die hippie, ik maak die dood.
Itak: naar analogie met polak, al of niet geringschattend; Italiaan, Italiaanse of persoon met Italiaans bloed; Polakken zijn flamoenen, itakken niet.
Kippenstijl: iets wat niet cool is, wat van geen stijl getuigt.
Kraken: 1 ontmaagden; 2 seks hebben met.
Laat staan: 1 laat zitten, geen dank; 2 niet ruziën, (bij uitbreiding) hou op.
Maken: passe-partoutwerkwoord; (onder meer) seks hebben met; Ik ga die meisje maken.
Mi: afkorting van minchia (zie aldaar).
Minchia [mienkja]: Siciliaans voor ‘lul’; 1 uitroep van ergernis; 2 van strijdbaarheid; 3 van verbazing; 4 van bewondering; Minchia, hebt ge die meisje gezien?
Nigger: jongen, man, makker; Tony, nigger, goeie?
Paraculo: Italiaans voor gladjanus, verschoven naar ‘homofiel’; Prince is een paraculo.
Patat: 1 iemand die zeer mooi is, aantrekkelijk, begeerlijk; 2 iets wat zeer mooi is, groot, snel, enz.; Een patat van een auto.
Scassement: 1 zeur, iemand die zich zeer actief toont op het gebied van scasseren (zie aldaar); 2 iets wat aanleiding geeft tot ergernis.
Scasseren: verbastering van scassare, Italiaans voor ‘stukmaken’; 1 ergernis opwekken; 2 onzin vertellen; A: Ik ga trouwen. B: Scasseer niet. (Of: Scasseer me de eieren niet.)
Schijt omhoog: 1 loop naar de maan, ‘fuck off’; 2 vertel geen onzin; A: Ech waar, ik ga trouwen. B: Schijt omhoog.
Scoperen: verbastering van scopare, Italiaans voor ‘borstelen’ en (bij uitbreiding) ‘de liefde bedrijven met’.
Sjik: 1 aangenaam; 2 mooi; Een dakspoiler. Sjik.
Stijl: mooi, cool; Diadora is stijler dan Adidas.
Stijl maken: stijl hebben.
Stijlmaker: 1 iemand die ‘stijl maakt’ (zie aldaar), die opvalt, die niet onopgemerkt voorbijgaat; 2 iemand die lichtelijk aanstellerig gedrag vertoont.
'Sto cazz [sjto kats]: afkorting van questo cazzo, Italiaans voor ‘die lul’; 1 uitdrukking van ergernis; 2 uitdrukking die weergeeft dat iemand ergens geen zin in heeft, ergens niet mee instemt; ‘vergeet het’; A: Leent ge me uw auto? B: 'Sto cazz.
Vaffanculo: afkorting van va a farlo in culo, Italiaans voor ‘heb anale seks’; uitdrukking van ergernis, ‘fuck you’.
Varia; 1 onwettige activiteiten; 2 werkloos zijn en al of niet op zoek zijn naar een baan; 3 1 en 2 tegelijk.
Wat een bordel: wat een toestand, wat een ellende.
Weet ge, zo: 1 uitdrukking die weergeeft dat hetgeen is of wordt gezegd, algemeen bekend is; 2 dat het vanzelfsprekend is; natuurlijk; A: Werkt ge? B: Weet ge, zo, varia.
We zien ons: letterlijke vertaling van het Italiaanse ci vediamo; tot ziens, dag, de groeten.
Zetten: passe-partoutwerkwoord; (onder meer) geven; Zet me een Big Mac.
Zuiver: vertaling van claro, Spaans voor ‘zeker, uiteraard’.
Bij de Arbeiderspers verscheen onlangs de roman Mijnland van Johan Dirkx, waarin het Algemeen Cités een belangrijke rol speelt.