● Zwerver met visie
Er is nog een andere manier om het publiek iets duidelijk te maken. Meer dan twaalf jaar geleden speelde ik het programma ‘Verlopen en verlaten’, en daarin was ik een 'n beetje filosofische zwerver die samen met een vriend had ingebroken in de schouwburg waar ik dan toevallig die avond speelde. En ik vertelde aan mijn publiek dat je, als je er dan zo uitziet als een zwerver - ik was gehuld in lompen - dat je dan veel eerder wordt aangehouden. Die tekst is duidelijke taal en houdt ook meteen een oordeel in. Ik vertelde dan het volgende.
‘Ik kwam vannacht Rotterdam binnenfietsen, althans mijn maat fietste en ik zat fluitend achterop, ik ben zijn arbeidsvitamine, en wij waren het plaatsnaambordje nog niet gepasseerd of meteen zo'n politieauto met “STOP Politie”; twee van die jonge agentjes eruit. Ik zeg: “Je mag dat bordje weleens nakijken; daar lopen steeds twee woorden door elkaar.” Nou is dat niet de beste combinatie: een beetje koude nacht, twee politiemannen en humor. “Waar wij heengingen?”; dat is een heel normale vraag in vredestijd. Ik zei: “Wij zijn op weg naar de finish.” “Wat ís de finish?”, riep de ander. “Dat is de dood”, riep ik koel. Ja en dan merk je toch dat die jongens alleen maar op lengte worden geselecteerd. De een zei: “Hahá, de heren hebben gedronken.” “Ja,” zei de ander, “de heren zijn onder invloed”. Ik zei: “Inderdaad heren, wij hebben gedronken en wij zijn inderdaad onder invloed”. “En wat hebben de heren dan gedronken?”, en ik zei: “Wij hebben gedronken uit de rivier.” En hij zei: “Uit welke rivier?” En ik zei: “Uit elke rivier. Eeuwen verplaatst hij het water, heeft epidemieën verspreid, oorlogen overleefd, de bedding heeft beschutting geboden aan de hevigste verliefden en ook al zijn hun liefdes nu verzand in burgerlijke stiltes, of aan flarden gescheurd door nieuwe hartstochten, de rivier blijft stromen en stromen en stromen en stromen, blijft spelende kinderen verdrinken, het water ruist voort en voort en voort en juist dan, als je aan de kant van de rivier staat, dan proef je dat het leven niets is. IJskoud begint het water bij de gletsjer, stort zich in het dal waar iedereen zich bezighoudt met moord, politiek, achterklap, bloedschande, kwaadsprekerij, en gillend van het lachen, krijsend van plezier stort het water zich in zee, om met spoed
weer te verdampen, zich te haasten naar de gletsjer om wederom gillend van het lachen, krijsend van plezier langs de mensheid te trekken, en uit díé rivier hebben wij gedronken, mijne heren, en wij zijn inderdaad onder invloed.”’
Dit was ook voor de twee agenten iets te literair, maar volgens mij is dat op zo'n moment duidelijke taal. Ik speel zwerver, maar zeg meteen ook als mijzelf hoe ik over het leven denk.