● Onderzoek naar ethos
De inzichten uit de klassieke retorica zijn door de eeuwen heen vooral gebruikt voor adviezen aan sprekers die hun publiek succesvol willen overtuigen. Maar hoe effectief zijn die adviezen eigenlijk? Hoeft een spreker ze alleen maar klakkeloos op te volgen om zijn doel te bereiken?
Prof. dr. R. Grootendorst: ‘De associatie van retorica met bombast is gezien haar rijkdom aan ideeën onterecht.’
Foto: Bart Versteeg
Er zijn sinds het begin van de jaren zestig vooral in de Verenigde Staten hele reeksen experimenten uitgevoerd om na te gaan welke factoren bij het overtuigingsproces een rol spelen.
Opmerkelijk is dat er in de publicaties waarin over dit type empirisch onderzoek wordt gerapporteerd, vrijwel nooit expliciet naar de relevante klassieke retorische begrippen wordt verwezen. Neem bijvoorbeeld het onderzoek naar de rol van factoren die samenhangen met de ‘bron’ van de ‘boodschap’ die een bepaald publiek moet overtuigen. Het is duidelijk dat het hier om het ‘ethos’ van de spreker (of schrijver) gaat, maar deze term wordt nergens gebruikt.
De factoren die onderzocht zijn, hebben betrekking op de vragen hoe geloofwaardig, sympathiek en aantrekkelijk de spreker door het publiek wordt gevonden en hoe groot de overeenkomst tussen hem en het publiek is. Het empirisch onderzoek levert onder meer de volgende (tamelijk voorspelbare) antwoorden op:
- | Hoe hoger de opleiding van de spreker, hoe groter zijn geloofwaardigheid. |
- | Hoe meer de spreker citeert, hoe deskundiger hij wordt gevonden. |
- | Een spreker die een standpunt verdedigt dat tegen zijn eigenbelang ingaat, wordt als bijzonder deskundig en betrouwbaar gezien. Men gaat er kennelijk van uit dat een spreker als regel alleen maar dingen zegt die in zijn straatje te pas komen, en als hij dat niet doet, moet hij wel een buitengewoon integer mens zijn die precies weet waarover hij het heeft. |
- | Sprekers die aardig gevonden worden, hebben meer succes bij het overtuigen van het publiek dan sprekers die niet aardig gevonden worden. |
- | Aantrekkelijke sprekers zijn als regel effectievere overtuigers dan onaantrekkelijke sprekers. |
- | Hoe meer het publiek zichzelf qua leeftijd, politieke voorkeur, smaak en dergelijke in de spreker herkent, hoe gemakkelijker de overtuigingspoging zal slagen. |
Ook al vallen er, zoals gezegd, geen retorische termen in dit soort empirisch onderzoek, het is vrij eenvoudig om in de factoren ‘deskundigheid’, ‘oprechtheid’ of ‘betrouwbaarheid’, ‘sympathie’ en ‘overeenkomsten met het publiek’ de verschillende aspecten van het klassieke ethosbegrip te herkennen (alleen de fysieke aantrekkelijkheid valt erbuiten). De conclusie kan dan ook niet anders luiden dan dat de eeuwenoude retorische inzichten volledig worden bevestigd door de resultaten van het hedendaagse onderzoek.