?Vraag en antwoord!
Taaladviesdienst
● Taaltest congres
? Tijdens het congres heb ik meegedaan aan de taaltest van de Taaladviesdienst. Bij elke (ware) uitspraak over een taalkwestie moest ik uit drie argumenten het juiste argument kiezen. Ik ben benieuwd of ik mijn test foutloos heb gemaakt.
! Helaas, u was een van de 153 deelnemers die een of meer fouten hebben gemaakt. Dertig congresgangers leverden de test foutloos in; tien van hen ontvingen als beloning een Taalalmanak.
U had, met vele anderen, bij de opgave ‘Toe-eigenen wordt in de nieuwe spelling met een koppelteken geschreven, omdat:...’ gekozen voor het argument ‘... in de nieuwe spelling het trema afgeschaft is’, en dat is niet juist. Het goede antwoord is: ‘... (omdat) het hier niet gaat om een afleiding maar om een samenstelling.’ Het trema wordt immers nog wél geschreven in bijvoorbeeld beëindigen en weeïg. Dit zijn afleidingen, woorden die met een voor- of achtervoegsel (be-, ge-, -ig, enz.), dat niet zelfstandig kan voorkomen, van een ander woord zijn afgeleid. In afleidingen gebruiken we (als dat nodig is omdat er klinkers botsen) een trema. In samenstellingen schrijven we in dergelijke gevallen nu het trema niet meer. Het kenmerk van samenstellingen als toe-eigenen en zo-even is dat beide delen ook los in dezelfde betekenis kunnen voorkomen.
Er was nog een kwestie waar velen over struikelden. De opgave was: ‘In de zin “Ik heb even jouw pen geleend,” zei Rob, “want die van mij deed het niet” staat de eerste komma vóór het aanhalingsteken, omdat...’. Het juiste antwoord is: ‘... de komma ook in het citaat zou staan als dit niet onderbroken werd door zei Rob.’ In de zin ‘Ik heb even jouw pen geleend, want die van mij deed het niet’ staat immers een komma. Als we van deze zin een citaat maken dat we onderbreken door zei Rob, behoort de komma tot het citaat en komt hij dus binnen de aanhalingstekens te staan. Velen kozen voor het argument ‘... (omdat) het citaat onderbroken wordt door zei Rob,’ maar dat is niet juist. In de zin ‘“Ik heb even de pen geleend”, zei Rob, “die op je bureau lag”’ wordt het citaat ook onderbroken door zei Rob, maar komt de komma wél na het aanhalingsteken te staan. In de zin ‘Ik heb even de pen geleend die op je bureau lag’ staat geen komma; in de geciteerde zin behoort de komma dan ook niet tot het citaat.