● Vorm versus inhoud
De term geslacht is een vertaling van het Latijnse woord genus, dat in wezen alleen maar ‘soort’ of ‘klasse’ betekent, en in die zin ook op andere terreinen van de wetenschap wordt gebruikt. De Nederlandse vertaling geslacht hangt samen met slachte, dat ‘soort’ betekent; slachten naar betekende in het zestiende-eeuwse Nederlands ‘aarden naar, lijken op’. Slacht is een afleiding van het werkwoord slaan, en ook de afleiding zonder t betekent ‘soort’, denk maar aan van een ander slag zijn. Genus of geslacht heeft in de taalkunde betrekking op verschillende zaken. Behalve een biologische aanduiding van subklassen van levende wezens is het een taalkundig middel om te laten merken dat bepaalde woorden betrekking op elkaar hebben, naar elkaar verwijzen, iets wat nu grotendeels gebeurt door woorden bij elkaar te plaatsen of door een betekenisbetrekking aan te geven. Omdat het woord geslacht zowel een biologische als een taalkundige aanduiding kan zijn, wordt in vakkringen het liefst gesproken van sekse (biologisch geslacht) en genus (taalkundig geslacht), hoewel de term geslacht eveneens in gebruik is gebleven.
Het Nederlands kent, net als de andere Indo-europese talen, twee manieren om natuurlijk of biologisch geslacht oftewel de sekse in taal tot uitdrukking te brengen:
- door een apart woord (man, vrouw of kater, poes) of een samenstelling (vrouwtjesolifant);
- door hetzelfde woord, maar dan via buiging/afleiding (deus/dea en koning/koningin).
Twee criteria bepalen de geslachtskeuze van een woord: vorm en inhoud. Als deze twee in tegengestelde vormen resulteren, geeft de inhoud de doorslag. Het Latijnse pappa zit in een vrouwelijke woordreeks, maar blijft toch mannelijk; meisje is een onzijdig woord, maar er wordt toch met zij naar verwezen. Pappa en meisje laten zien dat je altijd via een woord expliciet naar een vrouwelijk of mannelijk wezen kunt verwijzen, in welk uitgangenrijtje een woord grammaticaal gezien ook thuishoort. Daaraan kan men zien dat we puur taalkundig gezien zonder het woordgeslacht kunnen.