Vaststaan
Joop van der Horst - KU Leuven
In de roman Hertog van Egypte van Margriet de Moor (1996, blz. 40) staat de volgende zin: ‘Vaststaat dat Gerard het raar vond.’
Is dat goed gespeld? Moet het inderdaad Vaststaat dat... zijn, of beter los gespeld: Vast staat dat...? Of is dat niet te zeggen? Er zijn namelijk ook gevallen waarin de spellingregels of de taalkennis ons in de steek laten. Vandaar dat we naast ‘goed’ en ‘fout’ rekening moeten houden met een derde mogelijkheid: ‘valt niet te zeggen’.
Of het belangrijk is, is een ander verhaal. Ik vind het niet belangrijk. Maar ik zie het wel als een sport om na te gaan of zoiets uit te maken valt.
Ik meen dat het in dit geval wel te zeggen is. De gekozen spelling lijkt me onjuist. Maar het vergt een heel betoog om dat duidelijk te maken. Vooruit met de geit.
In het Nederlands staat het vervoegde werkwoord in mededelende zinnen meestal op de tweede plaats:
- | Jan bakt een ei. |
- | Vreemd is dat er niemand kwam. |
Laten we dit volgorde a) noemen.
Is volgorde a) een argument voor de spelling Vast staat dat..., zodat het werkwoord netjes op de tweede plaats komt te staan? Nee, want we kennen, zeker in spreektaal, ook een andere volgorde, waarbij het vervoegde werkwoord helemaal vooraan staat:
- | Heb ik niet aan gedacht. |
- | Wil ik niet. |
- | Smeer ik een keer boterhammen, eet hij ze niet op! |
- | Hou toch op! |
Laten we dit volgorde b) noemen. Op het eerste gezicht lijkt de zin van Margriet de Moor dus volgorde b) te vertonen. Het werkwoord vaststaat staat helemaal vooraan. De conclusie zou dan zijn: 't is goed gespeld.
Maar bestaat er een werkwoord vaststaan? Tja, dat is geen eenvoudige vraag. De meeste woordenboeken (én het nieuwe Groene Boekje) noemen inderdaad een werkwoord vaststaan. Men zou zich daarop kunnen beroepen, maar enige twijfel is gerechtvaardigd. Misschien zijn de woordenboeken iets te gretig met het opnemen van zulke samengestelde werkwoorden. De twijfel wordt ingegeven door zinnen als
- | Zijn benoeming staat vaster dan zijn geschiktheid. |
Als het twee woorden zijn (vast + staan), die niet samen één werkwoord vormen, dan moeten ze natuurlijk los gespeld worden. Maar of dat echt zo is, valt niet makkelijk te zeggen. We mogen de zin van Margriet de Moor natuurlijk alleen maar fout gespeld noemen als we zeker weten dat het om twee aparte woorden gaat. Zo zeker zijn we niet. Moeten we dan, zolang we twijfelen, de zaak onbeslisbaar noemen, ‘niet te zeggen’?
Nee, ik meen dat de zin van Margriet de Moor in ieder geval fout gespeld is, of je nu vaststaan als samengesteld werkwoord accepteert dan wel als twee woorden wenst te beschouwen. Dat laat zich als volgt aantonen.
Als het twee woorden zijn, dan moeten ze uiteraard los gespeld wor-
•
Woordenboeken nemen te gretig combinaties van woorden op als één woord.
•
den, en dan zit Margriet de Moor fout.
Maar als het nu één woord is? Dan geldt het volgende. Vaststaan is dan een scheidbaar werkwoord, à la opbellen, wegsturen en nadenken:
- | Ik bel je morgen wel op. |
- | Ze sturen iedereen daar weg. |
- | Dat staat nog helemaal niet vast. |
Dit zijn natuurlijk a)-volgordes. Wat gebeurt er nu in een b)-volgorde?
- | Bel ik nooit op. |
- | Sturen ze toch iedereen weg. |
- | Bel je ze op, krijg je een antwoordapparaat aan de lijn! |
- | Bel me maar op! |
Precies: in een b)-volgorde splitsen scheidbare werkwoorden zich evengoed als in een a)-volgorde. Onmogelijk zou zijn:
- | * Opbel me maar! |
- | * Wegsturen ze toch iedereen. |
Dat wil zeggen: als we vaststaan zouden willen zien als één (scheidbaar) werkwoord, dan zou het in de b)-volgorde moeten worden gesplitst. En dat gebeurt niet in de zin van Margriet de Moor.
Dat leidt tot de conclusie dat we in onze zin te maken hebben met een a)-volgorde, het werkwoord op de tweede plaats, voorafgegaan door één zinsdeel; oftewel dat de juiste spelling moet zijn:
- | Vast staat dat Gerard het raar vond. |
Meer nog: deze zin lijkt me een sterk argument om niet te denken dat er een werkwoord vaststaan zou bestaan. Hoe langer ik erover nadenk, hoe meer ik geloof dat de woordenboeken te gretig combinaties van woorden opnemen als één woord.
Mooi boek trouwens, Hertog van Egypte.