Judasschaap
C. Kostelijk - Lelystad
In de prospectus van een boek van Anne Duden, Das Judasschaf, staat het volgende. ‘In sommige slachthuizen houdt men een judasschaap. Soms is het ook een geit. Het dier staat al voor het slachthuis als het volgende vrachtwagentransport met schapen arriveert. Het judasschaap draait zich om en leidt de kudde onontkoombaar en feilloos naar een platform, vandaar door een betonnen, holle weg, over smalle bruggetjes, hellingen af, hoeken om; de schapen volgen en komen zo ten slotte bij een deur. Het judasschaap stapt nu opzij, de andere schapen lopen door de deur en worden meteen verdoofd, opgehangen, enzovoort. Het judasschaap gaat de weg terug en wacht op de volgende kudde.’
Navraag leert dat het judasschaap in Nederland ook wel lokschaap wordt genoemd. Uit een aangevoerde kudde wordt bij een slachthuis één schaap gekozen, dat los van de kudde op de route naar de slachtplaats wordt vastgebonden. Op het gemekker van dit schaap komt de kudde af. Als ‘beloning’ wordt het lokschaap pas als laatste geslacht.