● Wapens
Verder is er in de taal van het meningsverschil van het redelijkheids-ideaal weinig meer te merken. Zodra er in de communicatie tussen taalgebruikers argumenten worden aangedragen, naar voren gebracht of aangevoerd, raken we vaak ongemerkt in een ándere metafoor verzeild: de metafoor van argumenten als wapens in de strijd, waarin de argumenten als een speciaal soort projectielen worden voorgesteld, waarmee geschoten, geslagen of gegooid kan worden. De metafoor van een standpunt als de plek waarop men staat, wordt dan gecombineerd met die van een meningsverschil als strijd of oorlog.
Een standpunt dat wordt aangevallen, moet verdedigd worden. Dit kan het best gebeuren door de aanvaller op veilige afstand te houden of - nog beter - door hem definitief uit te schakelen. De verdediger die hiertoe in het geweer komt, zal zijn argumenten in stelling brengen en op de aanvaller afvuren; hij bekogelt, bestookt of bombardeert de aanvaller met argumenten of probeert hem zelfs onder argumenten te bedelven. Als de aanvaller dan nog niet met argumenten is doodgeslagen, is het handig als de verdediger nog meer pijlen op zijn boog heeft.
Zoals uit deze uitdrukkingen blijkt, kunnen er bij de argumentatieve verdediging van een standpunt zowel wapens uit het ouderwetse krijgsbedrijf (pijlen) als uit de moderne oorlogsvoering (bommen) worden gebruikt. Dat stenen geen argumenten zijn, zoals op een Amsterdams kraakpand staat te lezen, is dan ook helemaal niet zo vanzelfsprekend. En ook als er geen stenen of andere projectielen beschikbaar zijn om mee te argumenteren, kan er nog wel gevochten worden. Dit blijkt bijvoorbeeld uit uitdrukkingen als met argumenten schermen en elkaar met argumenten om de oren slaan.