● Namijmering
Niet alleen de sorteerkenmerken doen de buitenstaander raar opkijken, ook bij de uitkomsten is het soms even slikken. Print bijvoorbeeld komt als ‘vreemd’ uit de bus (vanwege het meervoud op -s), maar printer blijkt inheems te zijn (hier mag die s wel), evenals het werkwoord printen. Ander geval: wanneer we overall als overal gaan schrijven en uitspreken, is het woord daarmee niet genaturaliseerd. Het krijgt zelfs geen vergunning zich hier als bastaardwoord te vestigen. Het blijft ‘vreemd’, alweer vanwege die meervouds-s. Weer een ander geval: als we de meervoudsvorm tests vervangen door testen, beweegt test zich van ‘vreemd’ naar ‘inheems’ - zonder het tussenstation ‘bastaard’ aan te doen. Evenzo: het bit van een paard is inheems, maar de bit van een computer is vreemd. Daarentegen zijn alle soorten boxen, al dan niet voor paarden bestemd, even inheems als het werkwoord boksen.
De commissie schijnt zelf ook enigszins verrast te zijn door sommige resultaten van haar sorteersysteem. Zij zegt althans - enigszins cryptisch - dat bepaalde woorden van vreemde herkomst, zoals route, keeper en laser, ‘naar hun vorm niet onderscheiden kunnen worden van inheemse of bastaardwoorden’. Verder wil zij bepaalde groepjes woorden, ongeacht het sorteerresultaat, tot de vreemde woorden ‘rekenen’ of als zodanig ‘beschouwen’. Op grond van dergelijke verfijningen krijgen onder andere de volgende woorden, buiten de sorteerprocedure om, het stempel ‘vreemd’: christelijk, auto, taxi, liter, marxist, collie. Deze blijken per saldo dus minder Nederlands te zijn dan soda, balkon, viool, echo of artisjok, die allemaal het etiket ‘bastaardwoord’ mogen behouden. Voor de buitenstaander heeft dit gesleutel achteraf iets onthutsends. Eerst worden er objectieve criteria voor de identificatie van de leden van een groep opgesteld, maar als de uitkomsten niet bevallen, worden de grenzen weer verlegd. Dat gebeurt weliswaar om praktische redenen, maar toch. Wat de leek uit dit alles in elk geval kan leren, is dat de taalkundige categorie ‘bastaardwoorden’ niet samenvalt met de groep woorden waaraan qua uitspraak of spelling nog iets te vernederlandsen valt. En dat hadden velen van ons toch altijd gedacht...
Hoe dan ook, de commissie heeft getracht ook dit nieuwe verschil tussen Nederlandse en vreemde woorden zo nauwkeurig mogelijk vast te leggen. Aan een gedetailleerde afbakening van de binnengrens tussen bastaardwoorden en inheemse woorden hechtte zij daarentegen veel minder belang. Zij achtte het verschil ‘subtiel’ en vond zelfs dat de taalgebruiker het niet hoeft te weten. Deze houding wordt begrijpelijk wanneer men bedenkt dat het door de commissie voorgestelde spellingsysteem