Vergeten woorden
Amerijtje
Hans Heestermans
Lange tijd geleden kocht ik op een rommelmarkt in Leiden een boek van Marie C. van Zeggelen: Een Hofdame uit de 18de Eeuw, geschreven in 1937 en prachtig verzorgd, op geschept papier, uitgegeven door Meulenhoff. In het boek staan talrijke woorden die nu door niemand meer gebruikt en waarschijnlijk ook door niemand meer begrepen worden. Een van die vergeten woorden is amerijtje in de volgende passage: ‘“Ik wil U gaarne een momentje alleen spreken, Catootje”, zeide de oude dame tot haar schoondochter. Men zat buiten, het weer was zoo zoel - ook de kleine Jan-Bernt genoot in een kinderstoel van de schaduw der boomen. “Wilt U dan een amerijtje met mij binnengaan, Mama?” stelde mevrouw Catharina voor.’
Amerijtje betekent hier ‘een poosje’, ‘een tijdje’, ‘eventjes’. De herkomst van het woord zal niet voor iedereen onmiddellijk duidelijk zijn. Het is de verbastering van Ave Maria, een gebed tot Maria. Eigenlijk wil amerijtje dus zeggen ‘een zo korte tijd als nodig is voor het uitspreken van dat gebed’. Kennelijk werd er in vele talen en in vele tijden nogal snel gebeden: het Frans kende bijvoorbeeld de zegswijzen cela n'a duré qu'un Avé (‘dat heeft maar één Ave Maria geduurd’) en je reviendrai dans un Avé (‘ik kom in één Ave Maria terug’).
In het Middelnederlands drukte men ‘van korte duur’ niet met Avé Maria uit, maar met paternoster. ‘Soe langhe dat men hadde gheseit enen paternoster’, schrijft Jacob van Maerlant; en in de Reinaert staat te lezen: ‘Eer men een pater noster soude lesen wael.’
Waarom verdwijnt zo'n bekoorlijk woord uit onze taal? Dat een woord als blijde niet meer echt bestaat, is begrijpelijk. De zaak waarnaar het verwijst, een in de oudheid en in de middeleeuwen gebruikt werpgeschut, bestaat niet meer, en de overlevingskansen van het woord zijn dan gering. Maar woorden voor ‘een poosje’ zijn van alle tijden, en dus zou je verwachten dat die niet zo makkelijk het veld zouden moeten ruimen.
Kennelijk heeft de taalgebruiker de neiging zo nu en dan grote schoonmaak te houden. Het ‘vreemde’, uit het Latijn afkomstige amerijtje is verdreven ten gunste van zijn echt-Nederlandse soortgenoten. Net zoals we goal hebben vervangen door doelpunt, corner door hoekschop, penalty door strafschop en hard disc door harde schijf.
Maar het is geen wetmatigheid dat het vreemde woord het loodje legt. Even vaak verdwijnt het Nederlandse. We spreken eerder van consumptie dan van vertering, en plee is allang verdrongen door wc en toilet.
De taal is onvoorspelbaar.