Rijssel of Lille?
Raphaël de Rue - leraar Nederlands, Venlo
De officiële Lijst van landnamen (1993) vermeldt ook de namen van hoofdsteden: Peking, Boekarest, Bagdad. Allemaal ver weg. Maar hoe zit het met de benaming van steden dichterbij?
In veel gevallen gaat het niet zozeer om de schrijfwijze als wel om de woordkeus. Veel plaatsen over de grens worden in het Nederlands met een totaal andere (soms vertaalde) naam aangeduid: Bergen (= Mons, België), Rijssel (= Lille, Frankrijk), Atrecht (= Arras, Frankrijk). Veel Nederlanders kennen de Nederlandse naam niet (Vlamingen wel) of weten niet bij welke plaats hij hoort. Dat wij vaak willekeurig kiezen voor de oorspronkelijke of voor de Nederlandse benaming, wordt geïllustreerd door de toerist die beweert ‘via Luik en Bastogne naar Luxemburg’ te reizen. Waarom niet Bastenaken? En waarom niet Liège en Luxembourg? Zoek niet naar de ratio achter dit verschijnsel, maar leg je neer bij wat algemeen gebruikelijk is.
Maar daarmee is de kous niet af. Het ANP zal de officiële lijst als uitgangspunt nemen, maar wat doet de ANWB? We lezen namen van Europese steden op wegwijzers en in spoorboekjes. Een onduidelijkheid daarin kan letterlijk vérgaande gevolgen hebben. Nog steeds begeven veel landgenoten zich zuidwaarts met slechts een gratis routekaart als oriëntatiemiddel. Paniek dus wanneer in België de aanduiding Lille maar niet wil verschijnen, maar wel Rijssel. ‘We zitten fout, pa!’ Op de terugweg speelt een vergelijkbaar probleem: bij de Frans-Belgische grens staat nergens Gent aangegeven. Wel Gand, maar dat is op onze low-budget-wegenkaart niet te vinden. Elk jaar weer breekt veel Nederlanders het zweet uit als zij - onmiddellijk na het verlaten van hun vaderland - het bord Luik nergens meer zien.
Het toppunt van verwarring trof ik enige jaren geleden aan: een ANWB-bord in Maastricht wees de reiziger de weg naar Aix-la-Chapelle. Een Franse aanduiding voor een Duitse plaats op een Nederlandse wegwijzer. Voor Walen glashelder, voor Maastrichtenaren wellicht ook, maar zou de gemiddelde Nederlander doorhebben dat het hier om Aken gaat?
Je komt er niet met te zeggen ‘We kiezen de naam die in ons taalgebied gebruikelijk is.’ Want wie moet die borden lezen? Vlamingen spreken van Rijssel, Nederlanders van Lille. Moet een Franse toerist op weg naar huis ook de Nederlandse benaming kennen?
Aix-la-Chapelle: een Franse aanduiding voor een Duitse plaats op een Nederlandse wegwijzer.
Kortom: hoe moeten wij elkaar vinden in ons ‘verenigd’ Europa? Dat kan door scholing. Bij topografie leren we de naamgeving in verschillende talen. Maar een eenvoudiger en meer voor de hand liggende oplossing is een meertalige aanduiding op wegwijzers, op landkaarten en in dienstregelingen. Dat is beslist geen nieuw idee: in veel landen - vooral (ex-)koloniën - is het heel gewoon. Voor binnenlands gebruik kunnen wij het ons wel veroorloven te kiezen voor de ene of de andere taal, maar in het (taal)grensoverschrijdende verkeer vereisen doelmatigheid en gastvrijheid dat plaatsnamen voor iedereen begrijpelijk aangegeven staan. Tot het zover is, behelpe men zich met een goede landkaart.