Onze Taal. Jaargang 64

[p. 222]

Verslag jaarvergadering Onze Taal
P. Smulders

Het Museum van het Boek/Meermanno Westreenianum in Den Haag was dinsdagavond 20 juni de plaats van bijeenkomst voor de jaarvergadering van het genootschap. Op die avond bezochten 33 leden van Onze Taal het museum, de ledenvergadering en de aansluitende lezing van drs. J.J. van Heel over ‘Spellingstrijd in de tijd van koning Lodewijk’.

● Verslagen over 1994

Het Jaarverslag 1994, het verslag van de Jaarvergadering 1994, het Financieel verslag en het verslag van de kascommissie worden met de leden besproken en door hen goedgekeurd.

De vergadering geeft het bestuur vooraf toestemming om de contributie voor 1996 te verhogen indien de kostenontwikkeling daartoe aanleiding geeft; vooral de sterk stijgende papierprijzen kunnen een verhoging noodzakelijk maken.

De leden van de kascommissie, mr. M.A. Rümke en dr. D.P. den Os, worden door de leden herbenoemd voor de controle van de boekhouding over 1995.

Het verslag van de Jaarvergadering 1994 ontlokt de heer D. Jasper de vraag of Onze Taal een actievere rol zou kunnen spelen in de discussies over spellingherziening. Het bestuur antwoordt dat het genootschap op dit terrein geen taken en verantwoordelijkheden ambieert die nu in handen zijn van de Nederlandse Taalunie. In het maandblad wordt op gezette tijden aandacht geschonken aan de ontwikkelingen met betrekking tot de spelling.

Penningmeester H.P. van Leeuwen geeft een toelichting op de financiële positie van het genootschap. Het verslagjaar 1994 werd afgesloten met een batig saldo van f 30.910,-. Vooral de personeelskosten vielen lager uit dan begroot, doordat een vacature in 1994 nog niet werd opgevuld. Jaarlijks voegt het genootschap een bedrag toe aan het Waarborgfonds (in 1994 f 40.000,-), een garantiefonds voor verplichtingen tegenover het personeel waarvan de grootte gerelateerd is aan de personeelsbezetting. De overstap naar een nieuwe drukker per 1 januari 1995 (naar Bosch & Keuning in Baarn) zal het genootschap een aanzienlijk bedrag besparen op de drukkosten van het tijdschrift.

● Het jaar 1994

Het jaarverslag vermeldt een groei van het aantal leden met bijna 3% tot 42.258 op 31 december 1994. Het aantal verzoeken om taaladvies nam ten opzichte van 1993 toe met 16% tot 5205. De Nederlandse Taalunie betaalde in 1994 opnieuw f 50.000,- projectsubsidie voor het in stand houden van de Taaladviesdienst; per 1 januari 1995 zal deze subsidie verhoogd worden tot f 58.000,- per jaar.

● Statutenwijziging

Secretaris C.N.F. van Ditshuizen geeft een toelichting op de onderdelen van de statuten die het bestuur wil veranderen: het maximeren van het aantal bestuursleden, de versoepeling van de bestaande leeftijdsgrens voor bestuursleden, en het opstellen van richtlijnen voor kandidaatstelling voor het bestuurslidmaatschap (in de huidige statuten ontbreekt een regeling daarvoor). Leden van het genootschap kunnen een exemplaar van de nieuwe statuten opvragen bij het secretariaat.

Vacatures in het bestuur zullen voortaan vroegtijdig in het maandblad worden gemeld, zodat kandidaten zich tijdig kunnen voorbereiden op de kandidaatstelling. De belangrijkste wijzigingen in de statuten staan hieronder afgedrukt.

1. Het bestuur bestaat uit ten minste zeven en ten hoogste elf leden, die uit hun midden een voorzitter, een vice-voorzitter, een secretaris en een penningmeester aanwijzen. Het bestuur stelt het aantal bestuursleden vast.
2. De bestuurders worden door de algemene vergadering uit leden van de vereniging benoemd. Personen die de leeftijd van zeventig jaar hebben bereikt, zijn niet tot bestuurslid (her)benoembaar.
3. Bestuurders worden benoemd voor een periode van vier jaar. Onder een jaar wordt ten dezen verstaan de periode tussen twee opeenvolgende jaarlijkse algemene vergaderingen.
4. Een aftredende bestuurder is onmiddellijk voor eenmaal herbenoembaar.
5. In bestaande vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
6. Indien in een vacature in het bestuur moet worden voorzien, zal het bestuur daarvan ten minste drie weken voor de vergadering doch uiterlijk bij de oproeping van de vergadering aan de leden mededeling doen onder opgave van een of meer kandidaten.
7. De leden hebben het recht tot uiterlijk vijf werkdagen voor die van de vergadering kandidaten te stellen bij het bestuur van het Genootschap Onze Taal te Den Haag.
8. Kandidaatstelling door de leden dient te geschieden door een schriftelijke opgave, getekend door ten minste twintig leden, en dient vergezeld te gaan van een verklaring van de kandidaat dat deze een benoeming zal aanvaarden.
9. De door het bestuur en door de leden voorgedragen kandidaten vormen te zamen een bindende voordracht.
10. Is slechts één kandidaat gesteld, dan is deze benoemd.

● Erelidmaatschap

Na 28 jaar zal het genootschap voor het eerst weer een erelidmaatschap toekennen. De vergadering neemt met algemene stemmen het voorstel van het bestuur over om op het congres van 21 oktober 1995 de heer

[p. 223]

Marten Toonder tot erelid te benoemen wegens zijn grote verdiensten voor de Nederlandse taal.

● Rondvraag

Mevrouw Ch. Kik (advocate van Octrooibureau Vriesendorp en Gaade) geeft een reactie op het artikel in Onze Taal van april 1995, waarin aandacht wordt besteed aan de zaak die zij bij het Europese Hof van Justitie aanhangig heeft gemaakt. In die procedure eist mevrouw Kik dat het Nederlands een volwaardige voertaal zal zijn bij het Europese Merkenbureau. In het artikel wordt ten onrechte de indruk gewekt dat financiële motieven de drijfveer vormen voor deze zaak, terwijl het juist een initiatief betreft dat het algemeen belang wil dienen.

De heer Van Malde is ontevreden over de keuze om op de algemene ledenvergadering het redactionele beleid niet in het algemeen ter discussie te stellen. De redactie houdt zich nu op de vergadering beschikbaar voor persoonlijke reacties op de inhoud van het tijdschrift. De heer Van Malde wil het beleid van de redactie als vast onderdeel op de agenda van de jaarvergadering hebben. De voorzitter zet uiteen dat de redactie in principe een onafhankelijke positie heeft, waardoor opmerkingen over redactionele beslissingen in eerste instantie thuishoren bij de redactie.