● Shitwind
Wanneer je een spreker citeert, wordt het echter een ander verhaal. Een woordelijke transcriptie komt de leesbaarheid en duidelijkheid vaak niet ten goede. De meeste sprekers maken veel zinnen niet af, hun grammatica rammelt nogal eens, en ze gebruiken soms woorden die het tegenovergestelde betekenen van wat ze bedoelen. Is het in zulke gevallen toegestaan hun woorden aan te passen en toch gebruik te maken van aanhalingstekens? Ik denk van wel, en ben ervan overtuigd dat vrijwel iedere professionele schrijver dit ook doet.
Als een voetballer een wedstrijd evalueert met de woorden: ‘Ik vond het een waardeloze scheidsrechter en... zeker de tweede, eh eerste helft... een... een... verschrikkelijk moeilijk, echt heel moeilijk om met die shitwind de bal op de goede plek te krijgen’, kun je daar naar mijn mening gerust het volgende van maken: ‘Ik vond het een waardeloze scheidsrechter en het was verschrikkelijk moeilijk om met die shitwind de bal op de goeie plek te krijgen, zeker in de eerste helft.’ Door de woorden van de spreker enigszins aan te passen, krijg je een bruikbaar citaat. Maar hoe ver mag een schrijver gaan bij het aanpassen van de woorden van de spreker? De strekking van de woorden van de voetballer wordt geen geweld aangedaan wanneer ze worden veranderd in: ‘Ik ben van mening dat het een slechte scheidsrechter was. Bovendien was het bijzonder moeilijk om met die vervelende wind de bal op de goede plek te krijgen, zeker in de eerste helft’; maar mag je bij deze vorm nog van een citaat spreken? Ik denk het niet. Stilistisch sluit het hiervoor te weinig aan bij de originele woorden.