De Taalunie krijgt een zusje
In de Franstalige kringen van België hoort men nogal eens beweren dat die Vlamingen het maar goed bekeken hebben met hun Taalunieverdrag. Als wij zoiets met Frankrijk hadden, zo luidt de redenering, zouden we minder taalpolitieke blunders maken. Waar of niet, er schijnt nu zo'n overeenkomst in de maak te zijn. De tekst is in ieder geval al bekend. Het wordt geen echt verdrag tussen twee regeringen, maar een akkoord (entente) tussen twee door die regeringen opgerichte instituten, voorlopig voor vier jaar.
De gevolgen van het gebrek aan internationale samenwerking blijken bijvoorbeeld bij de zogenoemde néologie. De Franse regering publiceert al jarenlang lijsten van Franse vaktermen (ter vervanging van anglicismen natuurlijk), waarvan het gebruik verplicht is. België heeft zich in beginsel bij deze gedwongen taalzuivering aangesloten. Van de duizenden nieuwe woorden die op de Franse lijsten staan, zijn er tot nu toe echter slechts enkele tientallen overgenomen, en de controle op de naleving door het bedrijfsleven is nihil.
Op nog een ander punt dreigt disharmonie. In 1990 werd in Frankrijk een (lichtgewicht) spellinghervorming afgekondigd. Deze Rectifications zijn een dode letter gebleven en zullen waarschijnlijk een zachte dood sterven. In België blijken er nu evenwel plannen te bestaan om de nieuwe schrijfwijzen in het onderwijs in te voeren.
In een derde geval is de mislukking niet alleen aan het gebrek aan internationale samenwerking toe te schrijven, maar ook aan de structuur van het staatsbestel. België is tegenwoordig een federale staat, een nogal complex geheel van centrale overheid, gemeenschappen en gewesten, elk met een bepaalde autonomie. (De grondwet kent daarnaast nog vier taalgebieden, maar die hebben geen bevoegdheden.) Terwijl de Vlaamse Gemeenschap met Nederland samenwerkt in de Taalunie, heeft de Franse Gemeenschap tot nu toe haar taalpolitiek zelfstandig bepaald en gevoerd.
Zo werd in 1993 een decreet uitgevaardigd dat de vervrouwelijking van beroepsnamen regelt (boulanger → boulangère). Overheid, onderwijs en arbeidsmarkt moeten zich hieraan houden. Al spoedig bleek echter dat deze maatregel niet bindend was voor gemeenten (want die vallen niet onder de Franse Gemeenschap, maar onder het Waalse Gewest) en ook niet voor de centrale overheid. De werkingssfeer is daardoor veel beperkter dan de bedoeling was. Daarnaast blijken de grammaticale voorschriften op diverse punten af te wijken van de regelingen die in andere delen van de ‘francophonie’, in het bijzonder in Frankrijk zelf, gelden.
Misère alom dus. Alle hoop is nu op de toekomstige entente gericht. De tekst spreekt veelbelovend over coopérer, collaborer en coordiner.