De werking van het brein
Hersenonderzoekers uit de achttiende en negentiende eeuw, de frenologen, dachten dat de hersenen bestonden uit partjes met allemaal een afzonderlijke taak. Op zichzelf is dat geen raar idee. Maar ze gingen nog een stap verder. Zelfs persoonlijkheidskenmerken wisten zij precies te lokaliseren: achter je slaap zat je ‘positieve instelling’ en boven aan je nek zat je ‘amoureusheid’. De talenknobbel bevond zich achter de oogkassen. Helaas is dat een grove simplificatie. Bij taal bijvoorbeeld zijn meerdere stukjes brein betrokken. Het is ook een misverstand dat alle herinneringen in hun geheel ergens opgeslagen liggen en dat je alleen het juiste plekje hoeft te prikkelen om alles weer opnieuw te beleven. Zo'n ‘totaalbeleving’ vindt maar heel zelden plaats. Herinnering is heel moeilijk ergens te lokaliseren.
De persoonlijkheidsgebieden in de hersenen volgens de frenologen Gall, Spurzheim en Combe (naar: R.L. Gregory (ed.), The Oxford Companion to the Mind, Oxford University Press, 1987).
1. Amoureusheid |
12. Voorzichtigheid |
24. Omvang |
2. Voortplantingsdrift |
13. Goedertierenheid |
25. Gewicht |
3. Concentratie |
14. Eerbied |
26. Kleur |
4. Gehechtheid |
15. Gewetensvolheid |
27. Plaats |
5. Agressiviteit |
16. Standvastigheid |
28. Aantal |
6. Destructiviteit |
17. Hoop |
29. Volgorde |
6a. Verzorgingsdrang |
18. Verwondering |
30. Eventualiteit |
7. Stiekemheid |
19. Idealiteit |
31. Tijd |
8. Hebzucht/leergierigheid |
20. Schranderheid |
32. Melodie |
9. Positieve instelling |
21. Imitatie |
33. Taal |
10. Zelfrespect |
22. Individualiteit |
34. Vergelijking |
11. Gezagsgetrouwheid |
23. Vorm |
35. Causaliteit |
Ontleend aan Liesbeth Koenen, ‘De frontaalkwab en andere taalgeheimen in de hersenen’, in: Radar '95. (Aramith, 1995). Illustratie ontleend aan het boek De linkshandige picador van Rik Smits (Nijgh & Van Ditmar, 1993).