● Leeskampioenen
De technologische vooruitgang is indrukwekkend, maar de ‘lezer-technologie’ is al tienduizenden jaren onveranderd. Zolang de evolutie de mens nog niet heeft uitgerust met chips en kabelaansluitingen, blijft het behelpen met twee ogen, twee handen en 200 miljard hersencellen. Daarmee is een leestempo van ten hoogste dertig A4'tjes per uur haalbaar. Daarbij ga ik ervan uit dat de lezer de hele tekst spelt. Maar dat hoeft niet. Een geoefende lezer kan bij zakelijke teksten een goede indruk krijgen van de inhoud zonder ieder woord te lezen.
De effectieve ‘lees’snelheid stijgt door:
• | ondersteunende structuur (paragrafen, opsommingen) en een duidelijke lay-out: twee- tot vijfmaal zo snel; |
• | helder taalgebruik (korte zinnen, goede alinea's): twee- tot vijfmaal zo snel; |
• | lezen van samenvattingen/inhoudsopgaves: tien- tot twintigmaal zo snel. |
Uitgaande van deze (ruwe) schattingen zouden we ten hoogste 5 × 5 × 20 × 30 = 15.000 A4'tjes per uur kunnen ‘lezen’. In de praktijk halen we die 15.000 pagina's natuurlijk bij lange na niet. Structuur en taalgebruik van teksten zijn vaak matig van kwaliteit, en samenvattingen dekken de inhoud niet altijd goed. Trouwens, je kunt een boek niet samenballen in twee briljante trefwoorden; het verlies aan informatie en de onzekerheid over de relevantie van de tekst zijn dan veel te groot.
Een kleine steekproef leerde mij dat men in ‘leesintensieve’ beroepen tussen de dertig en honderdtwintig A4'tjes per uur leest; daarvoor is één à twee uur per dag beschikbaar. Menig lezer maakt dankbaar gebruik van samenvattingen in (vak)tijdschriften; zulke compacte teksten moet hij natuurlijk wel grondig lezen. Met technieken als ‘koppensnellen’ en ‘doorbladeren’ kan een lezer nog meer tekst verwerken; naar schatting gaat dat honderd- tot duizendmaal zo snel (in theorie meer dan 30.000 A4'tjes per uur!) als gewoon lezen. Maar als hij iets interessants vindt, zal hij moeten terugschakelen naar serieus lezen.
Kamerleden zijn veellezers (80.000 A4'tjes per jaar), maar de kampioenen op dit gebied zijn onze ministers, die 10.000 beleidsstukken per jaar ‘lezen’. In elke beschaving blinken leiders uit in de eigenschap die de samenleving belangrijk vindt. Niet langer is dat fysieke kracht, wijsheid of rijkdom: het gaat nu om dossierkennis.
Ergens rond 30.000 bladzijden per uur ligt het plafond van onze fysieke en cognitieve vermogens. Boven die grens wordt informatie eenvoudig niet opgenomen - terwijl de produktie van teksten blijft stijgen en stijgen.