De zeevlam
C. Kostelijk - Heiloo
In juli 1994 werd bij heet weer de kuststrook plotseling overdekt door een snel uit zee opkomende koude mist. Een lezer van een plaatselijk dagblad bekritiseerde de journalisten die de volgende dag zonder uitzondering schreven over de zeer dichte mist. Volgens hem was hier nu een prachtige gelegenheid geweest dit weerverschijnsel aan te duiden met zeevlam, een in alle drukken van deze eeuw van Van Dale opgenomen woord, dat hier precies op zijn plaats was geweest.
In een gesprek met het KNMI bleek mij dat juist het vermijden van zeevlam zeer op prijs werd gesteld. Het KNMI zorgt ervoor dat het in zijn publikaties voor het grote publiek dit woord niet gebruikt, om verwarring te voorkomen.
Een kop met zeevlam kan men vervolgen met de uit een landelijk dagblad overgenomen zin: ‘De meeste zonaanbidders maakten rechtsomkeert, zodra ze op het strand arriveerden.’ Dit wekt verkeerde suggesties bij de lezers. Men kan denken dat de duinen in brand stonden en dat men van de hitte in plaats van de kou rechtsomkeert maakte.
Kranten dienen de lezers snel en precies te informeren. Ook in Frankrijk en Engeland worden de bovengenoemde uitzonderlijke weerverschijnselen uitsluitend omschreven met het Franse en Engelse woord voor mist.
In een recente aflevering van het WNT leest men bij zeevlam: ‘plotseling opkomende mist, die ontstaat door afkoeling van vochtige lucht en die, vooral in het voorjaar en in den zomer, bij warme dagen uit de Noordzee oprijst en de bladeren van planten en bomen a.h.w. verzengt en die ook schadelijk is voor de gezondheid van mensch en dier.’
De eerste bewijsplaats van zeevlam is van 1766.