● Vingerhoeden verboden
Nederland was in feite het eerste land in Europa, nog voor Frankrijk, dat definitief overging op het nieuwe ‘eenvormige stelsel van maten en gewichten’. In Frankrijk werd het metrieke stelsel verplicht gesteld bij wet van 10 december 1799, maar het werd zo koel ontvangen dat er binnen een jaar een nieuwe wet kwam, waardoor de nieuwe maten met oude namen mochten worden aangeduid. Toen was de verwarring compleet, en in 1812 draaide Napoleon de klok geheel terug - de mètre werd zelfs geherdefinieerd als 12 decimètres, onderverdeeld in tweeën, drieën, vieren, achten, twaalven en zestienen. Pas op 7 juli 1837 werd het gebruik van het metrieke stelsel geheel verplicht.
Nederland handhaafde na het vertrek van de Fransen het metrieke stelsel. Op 21 augustus 1816 vaardigde koning Willem I een wet uit die het stelsel verplicht stelde vanaf 1 januari 1820. Maar de wetenschappelijke voorvoegsels vond men nog te ver gaan, daarom werden, net als in Frankrijk, oude Nederlandse namen gebruikt voor de metrieke eenheden. Hier leidde dat kennelijk tot minder problemen. De meter werd de ‘Nederlandse el’. Deze kwam overeen met 1,45389 Amsterdamse el of 3,53191 Amsterdamse voet, dus 1 Amsterdamse el was 68,781 centimeter.
Zo ontstond de reeks: 1 el is 10 palmen is 100 duimen is 1000 strepen. Naar boven toe kende men nog de Nederlandse roede van 10 el en de mijl van 1000 el. Oppervlakten gingen meestal wel in ‘vierkante’ maten en niet meer in morgens en pondematen. De vierkante streep was 1 mm2, de vierkante duim 1 cm2. De vierkante roede heette ook al wel are, en de hectare was een bunder.
Voor inhouden werd de liter aangeduid als kop (voor droge waar) of kan (voor natte waar), en leerde men 1 wisse is 10 mud is 100 schepel is 1000 kop is 10.000 maatjes is 100.000 vingerhoeden. Een vingerhoed is dus een centiliter. Gewichten, ten slotte, liepen vanaf de kilogram omlaag: 1 Nederlands pond is 10 ons is 100 lood is 1000 wichtjes is 10.000 korrel.
Het gebruik van de ‘vreemde’ voorvoegsels vond pas veel later ingang. Het gebruik van de oude Nederlandse namen werd in 1937 bij wet verboden.