Jeroen Kramer
Sofietje [1]
Na de babytijd verwerft een peuter door nieuwsgierigheid en verwondering de moedertaal beetje bij beetje. Jeroen Kramer is anglist, presentator van het tv-programma ‘Het Klokhuis’, maar vooral ook vader. In een serie van vijf columns belicht hij enkele episoden uit de taalontwikkeling van dochter en peuter Sofie.
Het Vondelpark druipt na van een mild lentebuitje. Een merel huppelt het fietspad over. Opgeschrikt door onze naderende fietswielen spreidt hij zijn vleugels en zoekt hij een veilig heenkomen tussen de boomkruinen.
‘Wat ís dat?’ vraagt Sofie.
‘Dat is een vogel!’ antwoord ik.
‘Kijk, daar gaat ie. Zie je dat, hij vliegt. Vogels kunnen vliegen!’ jubel ik.
Ik jubel, want Sofie en ik maken een uniek moment mee. Sofie jubelt niet, want voor haar zijn unieke momenten aan de orde van de dag. Ze is namelijk nog geen anderhalf.
Mijn euforie is tweeledig: niet alleen geniet ik het voorrecht om een medemens te mogen uitleggen wat een vogel is - een gelegenheid die zich in een mensenleven zelden voordoet - ik hoor Sofie ook voor het eerst een vraag stellen: WAT IS DAT? Anderhalf jaar lang heb ik haar brein gevoed met de vormen en namen van alles wat we maar tegenkwamen. ‘Kijk, dat is een ezel - dat is een koe - dat is een glijbaan - dat is een bal.’ En nu, voor het eerst in haar leven, is zij mij voor. Daarmee toont de natuur voor mijn eigen ogen datgene wat de mens onderscheidt van de overige zoogdieren: zucht naar kennis. Sofie neemt het initiatief voor de introductie van een nieuw concept. Zij wil iets weten en levert daarvoor - taalkundig gezien - een krachttoer van formaat: zij keert onderwerp en gezegde om: dat is wordt is dat? Ik ben getuige van het ontluiken van een intellect.
Hoewel - ontluiken. Wie weet hoeveel intellectuele honger zij inmiddels al niet leed omdat ze wel vragen had, maar die nog niet kon formuleren. Maar vandaag dus eindelijk wel. Arm kind, ontaarde vader die haar - wie weet hoe lang - het gereedschap onthield om die honger te stillen! Maar ja, leg het allemaal maar eens uit aan een kind van ruim één jaar, over inversie van onderwerp en gezegde en zo.
Samen repeteren we wat Sofie straks thuis gaat vertellen: ‘Mama, ik heb 'n vogel gezien!’ Zingend fietsen het arme kind en de ontaarde vader naar huis.