derlands een sterke neiging valt waar te nemen om het aantal meervouden uit te breiden, zodat de Woordenlijst ook op dit punt aan revisie toe is, maar zeker niet alleen zij. Koenen is redelijk progressief op dit punt, maar de volgende druk van het handwoordenboek zal ongetwijfeld weer een aantal meervouden toevoegen, wellicht ook mythes, inmiddels een serieuze concurrent van mythen. En veel meer vormen maken hun opwachting: aanpakken, (Van Dale zegt ‘g.mv.’), aanschaffen, aardes (planeten à la aarde) alarmen, applauzen, beginnen, bewinden, bonjes, chantages, droogtes, embargo's, gezagen, herfsten, huisraden, insulines, kringlopen, luchtdrukken, mortels, nationalismen, omvangen, overleggen, planningen, publieken, roven, soffen, thuisfronten, toekomsten, voorkeuren, zelven, zwemen (‘schakeringen en tinten, nuances en zwemen’, citaat uit de Volkskrant). En soms weet een vorm zich tientallen jaren te verbergen, zoals wanen, dat, zonder zeldzaam te zijn, in verschillende moderne woordenboeken schittert door afwezigheid.
Andere vormen komen slechts incidenteel voor en kunnen in een schoolwoordenboek als Koenen (voorlopig) gemist worden, bijvoorbeeld bewinden, zoals in ‘postkoloniale bewinden’ (radio). Het opnemen van de bevoegde gezagen in de Grote Koenen en in de kleinere familieleden zal niet door iedereen gewaardeerd worden, maar schreef de heer J.L. Heldring niet al jaren geleden: ‘Deze meervoudsvorm is niet noodzakelijkerwijs fout, maar wèl nieuw’? De woordenboekredacties kunnen dit soort uitspraken niet voldoende ter harte nemen.