Het proefschrift van Erik Viskil
Een tweepotig dier zonder veren
Peter Burger
In de kinderboeken van Lewis Caroll wemelt het van de personages die zich in gesprekken niets aantrekken van de goede omgangsvormen. Zo heeft Humpty Dumpty (in Through the Looking-Glass) de onhebbelijke gewoonte woorden van onalledaagse betekenissen te voorzien, waardoor gloria kan betekenen ‘dat is nou een mooi dodelijk argument’. Als Alice tegenwerpt dat gloria iets heel anders betekent, riposteert Humpty Dumpty hooghartig: ‘Als ik een woord gebruik, betekent het precies wat ik wil dat het betekent.’
En tot op zekere hoogte heeft hij daar gelijk in, zegt Erik Viskil:
‘Humpty Dumpty geeft hier een stipulatieve definitie: hij legt vast in welke betekenis hij het woord gebruikt. Je kunt hem daarom niet van onwaarheid betichten, maar je kunt wel zeggen: als je het zo doet, houdt de samenwerking op.’
Viskil (1962) promoveerde in september op een dissertatie over definities, een onderwerp waarover filosofen en lexicologen al een aardige bibliotheek bijeen hebben geschreven. Valt daar nog iets aan toe te voegen?
Viskil: ‘Een keerpunt in de definitieleer is het boek Definition van de Engelse filosoof Robinson, uit 1950. Hij onderscheidt verschillende typen definities naar hun functie en beschouwt definities vooral als uitspraken over de betekenis van woorden. Hij laat ook zien dat aan elk type definitie bepaalde eisen kunnen worden gesteld. Ik wil nog een stapje verder gaan: we moeten ook bekijken hoe die definities functioneren in het taalgebruik. Door dat communicatieve perspectief kom ik tot andere eisen dan de filosofen. Die stellen strenge eisen, maar zeggen daar tegelijkertijd bij dat ze niet altijd opgaan. Door de eisen te relateren aan de communicatieve situatie en het type definitie, hoop ik meer inzicht te geven in de manier waarop je te werk moet gaan bij het opstellen van een definitie.’