Afkokers
F. Jansen
Wat-vrees
Velen zeggen 1 ‘Ik las een boek wat ik erg mooi vond’ en 2 ‘Ik las een boek, wat me een avond kostte’. Maar wie dezelfde zinnen wil opschrijven, kan wat in 1 beter vervangen door dat: 3 Ik las een boek dat ik erg mooi vond.
Mensen die geregeld schrijven, hebben in hun hoofd een aanpassingsregeltje waarmee ze het betrekkelijk voornaamwoord wat veranderen in dat wanneer dat gepast is. Alleen is het probleem dat je vrij veel van grammatica moet weten om in te zien wanneer de aanpassingsregel hoort te werken: in 1 verwijst het betrekkelijk voornaamwoord wat naar het zelfstandig naamwoord boek; in dat geval is alleen dat gepast. Het maakt dus niet uit of het dit boek dan wel een boek is. Als wat verwijst naar iets, alles of een ander onbepaald voornaamwoord, of naar een hele zin zoals in 2, Ik las een boek, dan is alleen wat gepast.
Velen zijn zo bang voor wat dat ze liever te veel wat's in dat's veranderen dan te weinig. Dat verschijnsel heet hypercorrectie. In de volgende passage over de Israëlische minister Peres heeft het aanpassingsregeltje de schrijver in de steek gelaten:
Met geheime diplomatie, dat zijn sterkste wapen is, slaagde hij erin met de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie een beginselakkoord te sluiten over Palestijns zelfbestuur in de Strook van Gaza en de stoffige oasestad Jericho. (Algemeen Dagblad 2-9-93)
Hier is dat altijd verkeerd. Óf de schrijver heeft willen verwijzen naar het vrouwelijke woord diplomatie, en dan had hij die moeten gebruiken, óf hij had kunnen verwijzen naar ‘Met geheime diplomatie’, en dan was wat misschien te verdedigen geweest. Ik maak me sterk dat hij eerst wat geschreven had, en toen een aanval van wat-vrees kreeg.