● Oogbewegingen
De ogen van een lezer bewegen zich niet in een vloeiende beweging van links naar rechts langs de regels, maar staan vaak stil, en soms gaan ze zelfs terug. Dus van rechts naar links. Het recept voor sneller lezen lijkt voorhanden: zorg dat de ogen minder stil staan, en zorg dat de ogen alleen nog van links naar rechts op een regel bewegen. Alle Nederlandse snelleescursussen presenteren dit advies en geven hun cursisten training op dit gebied. Een zinloze training, omdat geen rekening wordt gehouden met de volgende vragen: waarom staan de ogen stil tijdens het lezen en waarom bewegen mensen hun ogen soms van rechts naar links?
Uit onderzoek blijkt dat een lezer tijdens een oogstilstand de tekst waarneemt en begrijpt. De gemiddelde oogstilstand duurt 250 milliseconden, waarbinnen gemiddeld 16 letters waargenomen worden. Goede lezers kunnen per oogstilstand meer letters tegelijk waarnemen, en hoeven korter stil te staan met hun ogen. Dit komt doordat zij in staat zijn de letters en woorden snel te herkennen en effectievere coderingen voorhanden hebben om het gelezene in hun geheugen op te slaan. Goede lezers kunnen dus sneller waarnemen en begrijpen, en daarom lezen ze sneller en hoeven ze ook minder vaak terug te lezen dan slechte lezers. Doordat bij die laatsten het begripsproces langzamer verloopt, moeten zij vaker hun ogen stilhouden en moeten ze vaker in de tekst teruglezen. Dus: verschillen in leessnelheid worden veroorzaakt door verschillen in de snelheid van begrip en waarneming, die weer te relateren zijn aan verschillen in intelligentie.
En wat doen de leescursussen? Ze proberen alle deelnemers het gedrag van zeer intelligente lezers bij te brengen: weinig oogstilstanden en niet teruglezen. Maar de imitatie van deze gedragingen leidt (helaas) niet tot een grotere intelligentie. Leer je een langzame lezer snellezen, dan gaat hij inderdaad sneller door de tekst heen, alleen zijn tekstbegrip is veel kleiner dan wanneer hij in zijn eigen tempo zou lezen.