Onze Taal. Jaargang 63
(1994)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 202]
| |
● De punt als symboolDe vastgestelde regel staat beschreven in Korte samenvatting van de spellingvoorschriften 1955, gepubliceerd als uitgave van de Staatsuitgeverij, 's-Gravenhage 1974, in hoofdstuk XVI punt 7: ‘Achter alle afkortingen wordt een punt geplaatst: Prof., Dr. (dr.), ir., b.v., enz. Uitgezonderd zijn de internationaal vastgestelde en in België en Nederland geldende aanduidingen van maten en gewichten als W, km, kg.’ In overeenstemming hiermee stelt de dikke Van Dale, in een inleidend hoofdstuk over het gebruik van de leestekens, het volgende: ‘De punt dient om het einde van een zin aan te geven en wordt verder geplaatst na afkortingen, behalve die van de namen van maten, gewichten, natuurkundige en scheikundige namen. (...) Achter titels schrijft men ook steeds een punt: Dr., doctor; Ir., ingenieur; Jhr., jonkheer; Mr., meester; Ds., dominee; Mgr., monseigneur. Het is daarbij onverschillig of de laatste letter van de afgekorte titel tevens de laatste letter van het hele woord is of niet; de punt vervangt geen weggelaten letters, maar dient alleen om de voorafgaande lettercombinatie als een afkorting te karakteriseren.’ Ondanks de eenvoud en duidelijkheid van deze regel geeft de praktijk een beeld van grote verwarring. Met grote hardnekkigheid gebruiken sommige kringen een alternatieve regeling, waarbij twee soorten afkortingen voorkomen, respectievelijk met en zonder punt, afhankelijk van de vraag of de laatste letter van de afgekorte titel ook de laatste letter is van het hele woord: mr, dr, ir, jhr, mgr, ds, drs, mw, tegenover ing., prof., mevr., jkvr. Deze alternatieve regel wordt zeer bewust toegepast en verdedigd in de Volkskrant en in het Algemeen Dagblad, tegenover bijvoorbeeld NRC, De Telegraaf en Trouw die de officiële regel volgen. | |
● Nieuwe wetDe verwarring over de schrijfwijze van afgekorte titels is nog groter geworden onder invloed van twee recente ontwikkelingen. In het veelverkochte Stijlboek van de Volkskrant vinden we onder het kopje afkortingen: ‘Bij afkortingen zetten we een punt als het woord wordt afgebroken: ing., prof. De punt is niet nodig als de laatste letter van de afkorting ook de laatste letter van het woord is.’ Een tweede - nog grotere - verkeerde invloed gaat uit van de nieuwe ‘Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek’, ingegaan in het najaar van 1993. Hierin wordt onder het hoofdstuk Titulatuur een bespreking gegeven van titels die kunnen worden verworven. De kopjes Ondanks de eenvoud en duidelijkheid van de regel geeft de praktijk een beeld van grote verwarring luiden: Artikel 7.20 Titels ir, ing., mr, drs, en bc. en Artikel 7.22 Titel dr, dus volgens de alternatieve regel. Dit wijkt af van wat vermeld is in de voorganger van deze wet, de ‘Wet op het Wetenschappelijk Onderwijs’ (WWO), waarin steeds de spellingvoorschriften werden nageleefd. De verwarring is nu compleet. Konden wij tot nu toe over een legale versus een alternatieve methode spreken, thans kunnen aanhangers van beide methoden met een wet in de hand hun gelijk onderbouwen. | |
● Onderscheiden categorieEen leesteken is niet bedoeld als ornament: het heeft een betekenis. Het is ook gewenst aan zo'n teken een eenvoudige en ondubbelzinnige betekenis toe te kennen. Bij het gebruik van afkortingen moeten we twee vormen onderscheiden. Allereerst bestaat de afkorting als een verkorte vorm van woorden die zelf weer woorden zijn, zoals dikwijls voorkomt bij voornamen als Ad, Ton en Jos. Dat zijn verkortingen van (te) lange namen. Deze beschouwt men niet als afkortingen in de strikte zin en niemand heeft er behoefte aan hieraan een punt toe te voegen. Tot deze categorie behoren ook lettercombinaties als VARA, NOS, KLM, WAO, die uitgesproken worden zoals ze geschreven staan, soms als woord of door het uitspreken van de aparte letters. Daartegenover staan de lettercombinaties die we niet uitspreken zoals we ze schrijven. Uit die lettercombinaties leiden we gemakkelijk het bedoelde woord af, dat dan als compleet woord wordt uitgesproken. Voorbeelden: hr., mw., mevr., dr., ir., ing., ds. Het is een logische stap de punt te gebruiken om woorden uit de laatste groep te onderscheiden van andere. Dat is ook wat de officiële schrijfwijze inhoudt. Wij staan met onze officiële regel niet alleen. Het Duits gebruikt deze regel eveneens (Prof., Dr., Ing.), en ook in het Amerikaanse Engels duidt men afkortingen op deze wijze aan (Mr., Mrs., Ms., Dr.). In het Britse Engels vindt men het niet nodig om afkortingen met een leesteken te markeren, maar men doet dat dan ook nóóit. Deze regel wordt in ons land slechts in bijzondere gevallen gebruikt, zoals in telefoonboeken. Maar met de regeling die twee soorten afkortingen door elkaar gebruikt, staan wij alleen. | |
[pagina 203]
| |
Er bestaan nu twee wettelijk omschreven, elkaar uitsluitende regels. Het verbaast me dat zoiets kan gebeuren. Graag wil ik hierover het oordeel van juristen uit onze lezerskring vernemen. | |
Naschrift taaladviesdienstDe Taaladviesdienst handhaaft zijn advies dat na alle afkortingen van academische titels een punt geplaatst wordt. Dit advies werd eerder gegeven in aflevering 7/8 van 1992. Een (daar genoemd) zwaarwegend argument was dat het Groene Boekje - de weergave van onze enige officiële spellingregeling - op bladzijde LXIX de punt achter dr. plaatst, en daarmee aangeeft dat het geen categorie titels zonder punt onderscheidt. |
|