● Anagrammen
Als twee of meer woorden dezelfde canonieke vorm hebben, zijn het anagrammen van elkaar. Bijvoorbeeld stoker, orkest, korset, kotser en koster, die alle als basisvorm ekorst hebben.
Met anagrammen zijn heel veel speelse en spitsvondige zaken mogelijk, zoals: ‘Bij het jagersleven behoort een jeneverglas’ en ‘Van miserabel alsembier krijgt een muildier een delirium.’
Tot de niet-mooie anagrammen behoren grensgemeente/gemeentegrens en ondernemingsfinanciering/financieringsonderneming. ‘Mooi’ is familieportret/miltperforatie. Erg mooie anagrammen zijn die waarbij sprake is van een relatie tussen koppels. Een voorbeeld is aalscholver/schollevaar, twee woorden voor dezelfde vogel, of het paar uitgestreken/guitenstreek.
Als de relatie tussen de woordparen
Hedendaagse puzzels hebben een veel rijkere schakering aan soort en moeilijkheidsgraad dan zeventig jaar geleden
van tegengestelde aard is, spreken we van een antigram, zoals eenmanswerk/samenwerken en kaneelwater/wat een klare.
Hoeveel anagrammen zijn er in de Nederlandse taal? Van Dale Lexicografie heeft in 1988 het boekje Mallotigste omslagtitel (anagram!) gepubliceerd. Het bevat een selectie van 777 anagrammen. Talisman schatte in zijn NRC-rubriek ooit het aantal op 20.000. Het precieze aantal is niet te geven, want er komen dagelijks nieuwe woorden bij.
Ik heb in ongeveer zeven jaar een fors woordenbestand in de computer ingevoerd, en daar zijn ruim 25.000 anagrammen bij. Van Dale gaat tot woorden van 17 letters, mijn verzameling gaat tot woordlengte 21. ‘Mooie’ met lengte 18 zijn bijvoorbeeld commensurabiliteit/mobilisatiecentrum en röntgenspecialisme/compensatieslinger.
Naast anagrammen en antigrammen zijn er ook nog andagrammen: woordparen die op één letter na elkaars anagram zijn. Ze komen voor in zandlopers en piramidepuzzels.
Leuk zijn ook de anagramzinnen, zoals de oude bekende andries van agt/de vara in angst en piet mondrian/i paint modern. Andere voorbeelden:
- | ok, deel Hans van Mierlo zelve/en de kamer is vol halve zolen |
- | dekor onze taal/taalonderzoek |
- | die man verkiest een ‘Onze Taal’/meteen in de konversatiezaal |
- | maagdenschaar/anagramschade |
De komst van het Canoniek Woordenboek betekent weer een stap op de ladder van de puzzelevolutie. Hedendaagse puzzels hebben, vergeleken met die van zeventig jaar geleden, een veel rijkere schakering aan soort en moeilijkheidsgraad. Dat komt niet in de laatste plaats door de komst van allerlei naslagwerken. Het CW komt eind 1994 in de boekwinkel, te zamen met het Boek der Anagrammen.
Betekent dit het einde van de woordpuzzels? Nee. Puzzelkoning Piet Burger reageerde aldus op de komst van het CW: ‘Mijn diverse anagram-opgaven geven de oplossers wel eens grote moeilijkheden. Die kunnen met behulp van het Canoniek Woordenboek aanzienlijk verminderen, zonder dat het wezen van die opgaven wordt aangetast.’