Je je je...
N.G. de Bruijn - Nuenen
Het is merkwaardig hoeveel functies het woordje je kan vervullen. Het kan zowel jij, jou, jouw als jezelf vervangen. Dat kan tot koddige opeenhopingen van je's leiden.
Als voorbeeld neem ik de zin ‘Ik weet nog best op welke verjaardag van dat zoontje van me ik mezelf mijn jenevertje vergat in te schenken.’ Bij overgang naar de tweede persoon kan elk der woorden uit het rijtje ‘me ik mezelf mijn’ door je worden vervangen, met als gevolg: ‘Je weet nog best op welke verjaardag van dat zoontje van je je je je jenevertje vergat in te schenken.’
Een dergelijke zin kan ons wel eens zonder aarzeling uit de mond glijden. Maar het kan nog gekker. Jij weet nog best op welke verjaardag van dat zoontje van jou jij vergat jezelf jouw jenevertje, dat jou jouw zorgen, die jou zoveel vrees inboezemen, ontneemt, in te schenken. Kortom: ‘Je weet nog best op welke verjaardag van dat zoontje van jou jij jezelf jouw jou jouw jou zoveel vrees inboezemende zorgen ontnemende jenevertje vergat in te schenken. En hier mag dan ‘jou jij jezelf jouw jou jouw jou’ vervangen worden door het zevenvoudige ‘je je je je je je je’.