Taalcuriosa
Jules Welling
Somers Wilton Boone
In nummer 6 van de vorige jaargang van Onze Taal had de rubriek Taalcuriosa als kop ‘Mill Goes Hell’. Ik behandelde toen het curieuze fenomeen dat het mogelijk is met Nederlandse toponiemen (plaatsnamen) een goedlopende Engelse zin te componeren. Als voorbeeld gaf ik ‘Look, Well Made Mill Goes Hell’ van Wim Munsters uit Oegstgeest. Ik vroeg mij af of het omgekeerde ook mogelijk was: een goedlopende Nederlandse zin bestaande uit louter buitenlandse toponiemen.
De handschoen werd opgenomen door een van de in de Verenigde Staten wonende lezers van Onze Taal, Ton Dirkx uit Bossier City in Louisiana. Hij beperkte zich tot toponiemen uit de Verenigde Staten en vond er ongeveer 250 die bruikbaar waren. Daaruit componeerde hij een verhaal, waarbij hij zich hield aan de regels die gelden voor topozinnen en -verhalen (zie Taalcuriosa Onze Taal oktober 1992). De belangrijkste van die regels is dat de spelling van ondergeschikt belang is. Het gaat om de uitspraak, de Nederlandse uitspraak wel te verstaan. Dirkx noemde zijn verhaal ‘Lamar, Salem Wells’. Het gaat zo:
Brave Eden Trees Ware Young. Sewaren Knapp. Gallant Young Koppel Trout. Antoine, De Ridder Van Adel, Kendall Knapp Koppel: Will Caddo Hale. Antoine Kent Ider Ross, Coos Dunn Ross. (Duncan!) Eden De Ridder Hale Ross Medford. Ross Holt Door Dewey. Eden Trees Rye Napa Todd Park; Camden Ross. De Ridder Reed Edna. Gore Britt Van Laager Wall Will Ross Steele. Sauk De Ridder Belle? De Ridder Kent Gore Britt. Combes, Spring Overton. Canton Rye? Macon! Lamar, Salem Wells. Gore Britt Slater Opp, Slaton. Otis De Ridder. Bozeman Holt Hart. Loop Britt, Loop Todd Poole. Somers Wilton Boone, Brooten De Pere Cooke. Sewaren Hard. Ware Brooten De Pere Danvers? Hackett Door. Olalla, Pitt Erin. De Ridder, Eden Trees Rye Dunn Ross Door Dewey. Enoch, De Ridder Custer Eden Trees. Allen Ware Bly. Yankton?
Een naar mijn gevoel schitterend curiosum, zeker gezien de moeilijkheidsgraad. Het verhaal bevat 122 toponiemen uit de Verenigde Staten en overtreft daarmee in aantal zelfs het verhaal ‘Anna Paulowna, Maagd van Gent’ met louter Nederlandse toponiemen van H. Hammer uit Huissen (zie Onze Taal april 1993).
Dirkx legt in zijn brief zijn compositie zelf uit. Ik citeer: ‘Het verhaal gaat over een knap jong stel dat trouwt. Een vriend (De Ridder) geeft hun een paard als geschenk. Ze halen dat paard op, maar een gore Brit wil het stelen. De schrijver (zijn naam is Ton) is daar getuige van. Hij wil de sterke ridder erbij halen en roept het paard (Kom, Bes). Op het laatste moment verandert hij van mening en denkt: ik zal die Brit weleens op zijn donder slaan, maar de Brit is sterker en slaat Ton. Gelukkig komt op dat moment de ridder de zaak redden. Het verhaal heeft dus een happy end, want de hele club heeft in de zomer een picknick met onder andere peren; alle vrienden en vriendinnen kussen en omhelzen elkaar. Dat is natuurlijk een beetje sentimenteel. Vandaar dat Ton een traantje wegpinkt.’
Ik raad de lezer aan de tekst nog een keer te lezen.
Een nieuwe variant binnen het scala van toponiemencuriosa.