Tot kijkens
Roland de Bonth - Nijmegen
Tot ziens is een afscheidsgroet die dagelijks uit vele monden vernomen kan worden. In tegenstelling tot het in de zuidelijke provincies voorkomende houdoe is de uiting tot ziens niet regionaal gebonden, en anders dan het door jongere mensen veelvuldig gebezigde doei of hoi, wordt tot ziens door sprekers van uiteenlopende leeftijden gebruikt.
De constructie tot + onbepaalde wijs + s is niet beperkt tot het werkwoord zien. Vroeger ging het voorzetsel tot gepaard met een genitief; restanten daarvan zijn tot walgens toe, tot schreiens toe en tot ziens. Zo is het tegenwoordig bij het afbreken van een telefoongesprek niet ongebruikelijk dat iemand zich de woorden tot wederhorens of tot bels/bellens laat ontvallen. Met deze afscheidsgroet wordt de verwachting of de hoop uitgesproken dat er in de toekomst een moment zal komen waarop een van de gesprekspartners de moeite neemt om telefonisch contact op te nemen. Iets soortgelijks ligt ook besloten in de uitdrukking tot schrijvens, die weleens aan het eind van een brief prijkt, of zelfs tot knufs en tot zoens in zeer persoonlijke correspondentie.
Behalve tot ziens bestaat er in het Nederlands nog een afscheidsgroet die betrekking heeft op het zintuiglijk waarnemen met de ogen: tot kijk. De betekenis van beide uitdrukkingen is dezelfde, maar wat de opbouw betreft wijken ze van elkaar af. Tot kijk bestaat uit het voorzetsel tot dat verbonden is met het zelfstandig naamwoord kijk. Waarom wel de vorm tot kijk is ontstaan, maar tot kijkens geen burgerrecht verkregen heeft in ons taalgebied, is mij niet bekend. Formeel gezien staat niets de afscheidsgroet tot kijkens in de weg. Het aantal lettergrepen lijkt niet van belang, want van het tweelettergrepige werkwoord schrijven is wel tot schrijvens afgeleid. En uit de formulering tot ziens blijkt dat ook de betekenis geen belemmering hoeft te zijn voor het ontstaan van de vorm tot kijkens.
Bepaalde taalgebruikers hebben - bewust of onbewust - deze onregelmatigheid in het systeem weggepoetst, want laatst hoorde ik tot mijn verbazing dat iemand een ander persoon toeriep: Tot kijkens! In eerste instantie meende ik het niet goed verstaan te hebben, maar toen ik enige dagen later uit de mond van iemand anders wederom die afscheidsgroet optekende, was er geen twijfel meer mogelijk: er zijn in Nederland kennelijk mensen die de vorm tot kijkens heel gewoon vinden. De vraag is alleen of dit gebruik misschien gebonden is aan een bepaalde streek. Zelf heb ik de groet waargenomen bij mensen die afkomstig waren uit (de omgeving van) Nijmegen. Ik ben zeer benieuwd of Onze-Taallezers uit andere delen van het land de uitdrukking tot kijkens ooit gehoord (of misschien zelfs gelezen) hebben.